Vanuit Manali vertrokken naar een dorp verderop, Nagar, om de driedaagse trektocht aan te vatten. Bleek vrij snel dat we enorm goed geequipeerd waren, en dat er naast onze gids Yogu, ook nog eens 2 nepalese dragers mee zouden gaan. Ongelooflijk hoe die laatste twee hun werk moesten uitvoeren, met rubberen bottekes aan moesten ze respectievelijk nen serieus grote juten zak (wie weet hoe zwaar da spel wel ni woog) en een metalen kist (!) op hun rug dragen, en dit door hun balast met een koord op hun voorhoofd te bevestigen. Wij dus onderweg met een crew van drie voor 2 westerse snotaapkes.
De eerste dag was de tocht redelijk kort, en bestond louter uit klimwerk. op een hoogte van 3150 meter onze tenten opgeslaan. onze tent was een redelijke iglotent, de ander drie sliepen onder een vuil zeil dat wel erg hard meegaf met de wind en vrij wankel stond, maar ze vonden dit zelf reuze ok. Yogu en zijn 2 assistenten enorm vriendelijk voor ons en maakten meer eten voor ons dan ons lief was. van zodra we kamp hadden opgeslagen, volgden respectievelijk noedels, thee, een zoet indisch papke, rijst met linzen en indische kaas (paneer) en later op de avond nog koffie. Om dit alles in goede banen te laten leiden, hadden ze (in hun metalen kist) metalen borden, metalen bekerkes, een serieus branderke, 4 potten (natuurlijk ook van metaal), en Yogu liep de hele tijd de berg op met een bidon naft (volgens hem kerosine, lijkt ons ietske te duur ma soit) voor da branderke (en het kampvuur).
Die nacht echt pokkeslecht geslapen. Da was daar min twintig of zo (eigenlijk een graad of 5 volgens de thermometer op het horloge), en we hadden slaapzakken waar echt wel alles van kou en wind doorkwam. Zelfs met verschillende fleecen nog te kou gehad. Ok dus echt slecht geslapen en vanaf dan ging het voor mij (simon) bergaf (klopt ni echt want we moesten nog 500 meter stijgen). Waarschijnlijk omwille van de hoogte en de vermoeidheid had ik koppijn, voelde me misselijk en had braakneigingen. Gelukkig was daar de held van de dag, de heer Shoekes, die me verloste van onze gezamenlijk rugzak.
Desondanks de Chandrakhani pas bereikt, na een tocht over sneeuw en ijs, en het moet gezegd worden: het was de moeite. Overal rondom ons schitterend met sneeuw bedekte pieken tot wel 6200 meter hoog. Een uur en half gerelaxed onder een stralende zon bij een aangename temperatuur.
De daaropvolgende afdaling was minder plezant: zeven kilometer lang steil dalen om een kilometer lager op onze eindbestemming, malana, aan te komen. die afdaling was echt wel zwaar, siem had nog altijd last van vermoeidheid en hoogte en ikke (shoekes is nu aan het typen btw) was ook ni meer al te fris anders (pijn in knieen en benen). gelukkig was er helemaal op het einde de held, genaamd simon, die mij ondanks zijn ongelooflijk lijden, verloste van de kilo's-zware rugzak. van het gewicht bleken de nepaleeskes geen last te hebben, die huppelden vrolijk de berg af.
uiteindelijk dus in malana geraakt: dit is het vreemdste dorpje dat wij ooit in ons leven gezien hebben. in de eerste plaats zijn daar geen auto's of niks, logisch, want er zijn geen bereidbare wegen naartoe, enkel bergpaadjes. de inwoners hebben een eigen samenleving en ook een eigen taal, die normale indiers niet verstaan. ze beweren bij hoog (haha) en bij laag dat ze afstammelingen zijn van het leger van alexander de grote. omwille van hun religie mogen wij als westerlingen ginder niks aanraken, geen huis of niks, we moeten op de paadjes blijven, anders volgt er een boete. ook als ge iets wilt kopen, leggen zij hetgeen ge koopt op de tafel en overhandige n ze het niet rechtstreeks, en wij moeten op onze beurt geld op tafel leggen en niet rechtstreeks overhandigen, precies alsof wij de pest hebben. die nacht had yogu voor ons een "guest house" geregeld, wat niet meer was dan een kamertje met houten planken als muur en een bed. toch hebben we hier veel beter kunnen slapen, na opnieuw veel eten gekregen te hebben (simon had wel nog niet echt veel honger).
de laatste dag van onze driedaagse liepen we nog even door malana, en achteraf gingen we verder richting het dal, eerst was het weer pijnlijk (letterlijk en figuurlijk) steil, maar later liepen we op een zacht dalend paadje richting dal. nog steeds waren de nepalezen zo fris als een vis. beneden stond sanjay ons op te wachten om ons te brengen naar manikaran, een dorpje waar warmwaterbronneks zijn. natuurlijk vinden de indiers dat dat iets heilig is, dus hebben ze daar een tempel rond gebouwd. was de moeite om eens rond te lopen!
gisteren teruggereden richting delhi, met overnachting in pinjore, in een hotelleke vlakbij de eerder bezochte tuinen. was fijn om na de lange autorit even te kunen chillen tussen de palmbomen en fonteinen. vandaag zijn we naar delhi gereden en zijn we aangekomen in het huis van sanjay. voorlopig hebben we enkel 1 kamertje gezien en een piepklein keukentje. we weten nog niet of er nog kamers zijn, en laten we hopen dat er een badkamer is. afwachten dus.
morgen bezoeken we delhi en overmorgen nemen we de vlieger richting bangkok.
tot in bangkok waarschijnlijk! iep!
De eerste dag was de tocht redelijk kort, en bestond louter uit klimwerk. op een hoogte van 3150 meter onze tenten opgeslaan. onze tent was een redelijke iglotent, de ander drie sliepen onder een vuil zeil dat wel erg hard meegaf met de wind en vrij wankel stond, maar ze vonden dit zelf reuze ok. Yogu en zijn 2 assistenten enorm vriendelijk voor ons en maakten meer eten voor ons dan ons lief was. van zodra we kamp hadden opgeslagen, volgden respectievelijk noedels, thee, een zoet indisch papke, rijst met linzen en indische kaas (paneer) en later op de avond nog koffie. Om dit alles in goede banen te laten leiden, hadden ze (in hun metalen kist) metalen borden, metalen bekerkes, een serieus branderke, 4 potten (natuurlijk ook van metaal), en Yogu liep de hele tijd de berg op met een bidon naft (volgens hem kerosine, lijkt ons ietske te duur ma soit) voor da branderke (en het kampvuur).
Die nacht echt pokkeslecht geslapen. Da was daar min twintig of zo (eigenlijk een graad of 5 volgens de thermometer op het horloge), en we hadden slaapzakken waar echt wel alles van kou en wind doorkwam. Zelfs met verschillende fleecen nog te kou gehad. Ok dus echt slecht geslapen en vanaf dan ging het voor mij (simon) bergaf (klopt ni echt want we moesten nog 500 meter stijgen). Waarschijnlijk omwille van de hoogte en de vermoeidheid had ik koppijn, voelde me misselijk en had braakneigingen. Gelukkig was daar de held van de dag, de heer Shoekes, die me verloste van onze gezamenlijk rugzak.
Desondanks de Chandrakhani pas bereikt, na een tocht over sneeuw en ijs, en het moet gezegd worden: het was de moeite. Overal rondom ons schitterend met sneeuw bedekte pieken tot wel 6200 meter hoog. Een uur en half gerelaxed onder een stralende zon bij een aangename temperatuur.
De daaropvolgende afdaling was minder plezant: zeven kilometer lang steil dalen om een kilometer lager op onze eindbestemming, malana, aan te komen. die afdaling was echt wel zwaar, siem had nog altijd last van vermoeidheid en hoogte en ikke (shoekes is nu aan het typen btw) was ook ni meer al te fris anders (pijn in knieen en benen). gelukkig was er helemaal op het einde de held, genaamd simon, die mij ondanks zijn ongelooflijk lijden, verloste van de kilo's-zware rugzak. van het gewicht bleken de nepaleeskes geen last te hebben, die huppelden vrolijk de berg af.
uiteindelijk dus in malana geraakt: dit is het vreemdste dorpje dat wij ooit in ons leven gezien hebben. in de eerste plaats zijn daar geen auto's of niks, logisch, want er zijn geen bereidbare wegen naartoe, enkel bergpaadjes. de inwoners hebben een eigen samenleving en ook een eigen taal, die normale indiers niet verstaan. ze beweren bij hoog (haha) en bij laag dat ze afstammelingen zijn van het leger van alexander de grote. omwille van hun religie mogen wij als westerlingen ginder niks aanraken, geen huis of niks, we moeten op de paadjes blijven, anders volgt er een boete. ook als ge iets wilt kopen, leggen zij hetgeen ge koopt op de tafel en overhandige n ze het niet rechtstreeks, en wij moeten op onze beurt geld op tafel leggen en niet rechtstreeks overhandigen, precies alsof wij de pest hebben. die nacht had yogu voor ons een "guest house" geregeld, wat niet meer was dan een kamertje met houten planken als muur en een bed. toch hebben we hier veel beter kunnen slapen, na opnieuw veel eten gekregen te hebben (simon had wel nog niet echt veel honger).
de laatste dag van onze driedaagse liepen we nog even door malana, en achteraf gingen we verder richting het dal, eerst was het weer pijnlijk (letterlijk en figuurlijk) steil, maar later liepen we op een zacht dalend paadje richting dal. nog steeds waren de nepalezen zo fris als een vis. beneden stond sanjay ons op te wachten om ons te brengen naar manikaran, een dorpje waar warmwaterbronneks zijn. natuurlijk vinden de indiers dat dat iets heilig is, dus hebben ze daar een tempel rond gebouwd. was de moeite om eens rond te lopen!
gisteren teruggereden richting delhi, met overnachting in pinjore, in een hotelleke vlakbij de eerder bezochte tuinen. was fijn om na de lange autorit even te kunen chillen tussen de palmbomen en fonteinen. vandaag zijn we naar delhi gereden en zijn we aangekomen in het huis van sanjay. voorlopig hebben we enkel 1 kamertje gezien en een piepklein keukentje. we weten nog niet of er nog kamers zijn, en laten we hopen dat er een badkamer is. afwachten dus.
morgen bezoeken we delhi en overmorgen nemen we de vlieger richting bangkok.
tot in bangkok waarschijnlijk! iep!