maandag 26 januari 2015

gili air - tetebatu - kuta - sanur - nusa lembongan

Na vier dagen van heerlijk relaxen was het wel weer tijd voor iets anders dus huurden we een auto met chauffeur om noord en centraal Lombok te verkennen aangezien daar nauwelijks nog openbaar vervoer is. In het uiterste noorden, op de steile flanken van agung rinjani, met een goeie 3700 meter de 2 de hoogste vulkaan van Indonesië, hielden we halt in Senaru, voor een kleine lokale lunch en een wandeling doorheen het tropische regenwoud tot aan een waterval. Prachtig dens woud en een eenzame aap maken het tot een interessant kort intermezzo.

Vervolgens ging het naar de oostzijde van de imposante vulkaan, waar we stegen tot voorbij 1100 meter naar een vruchtbare vlakte met twee dorpen, volledig omringd door hoge bergwanden. Een schitterende omgeving!

Terug naar lagere omgeving om uiteindelijk te belanden op de zuidelijke flank van de vulkaan, die ondanks dat het regenseizoen is, trots kwam pronken doorheen het wolkendek... In deze omgeving kwamen we huwelijksstoet na huwelijksstoet tegen, blijkbaar wpaaltr de periode voor.

Na deze interessante en onderhoudende gebeurtenissen kwamen we uiteindelijk aan in het dorp tetebatu, qua omgeving zowat de gelijke van Ubud in Bali, met de rijstvelden in terrassen, de diep ingesneden rivieren die als armen van de vulkaan aflopen... Hier wel absolute rust, en moskeeën in plaats van  hindoeïstische tempels, zodat van die rust toch niet al te veel in huis kwam. We verbleven er op een unieke locatie temidden van de rijstvelden, met zicht op de vulkaan aan de horizon. Enkel het gekwaak van kikkers was er te horen, en toegegeven ook wel erg vaak het eeuwig durende gebed dat ons van ettelijke moskeeën rondom ons tegemoet bleef komen. Het leek wel of de imams het tegen mekaar opnamen.

De tweede dag hebben we op eigen houtje een lange wandeling in de omgeving gemaakt, zonder gids maar met feys zijn wandelapp op zijn gsm. Het kwam er op neer dat het soms vlot ging om de weg te vinden, maar heel vaak ook niet, in dit complexe landschap met kleine bospaden, verspreidde bewoning, rijstvelden met grillige vormen en diep ingesneden riviertjes. Het resultaat van het bijwijlen sukkelen was wel een erg boeiende wandeling...

Na tetebatu ging het tot in Kuta in zuid Lombok, een klein vissersdorp in een schitterende baai en en wilde zee. Een prachtige omgeving, niet enkel hier in dit Kuta dat werelden verschilt van het door massatoerisme bezoedelde Kuta in Bali, maar ook in de talloze baaien in westelijke en oostelijke richting, de ene nog desolater en machtiger dan de andere. Een ideaal landschap om per scooter te ontdekken. En dus huurden we diezelfde dag al brommers, ook al hebben we niet het vereiste internationale rijbewijs, maar dat maakt hier allemaal niets uit, aangezien er in de wijde omgeving geen politie is. Mijn scooter had zelfs geen nummerplaat. Wij dus meteen de oostkust gaan verkennen tot in Gerupuk, een klein dorp grenzend aan een grote baai, waar Feys met een bootje vertrok om in de beroemde golven een paar kilometer verder te gaan surfen.

Dag twee verkenden we de westkant en die was zo mogelijks nog mooier dan de oostkust. Perfecte ronde baaien, steile kliffen aan beide uiteinden, zeewater in alle tinten blauw, en nauwelijks mensen, los van enkele kleine vissershutten... Welcome tot paradise! In selong blanak stopten we om te surfen in een heerlijke rustige baai, waar we een bord huurden voor een paar uur en heerlijk Indonesische noedels aten in een rieten hut op het strand. In de namiddag verkenden we nog enkele kleine baaien, het ene met stevige surfgolven, het andere rustig en perfect om te zwemmen, maar allemaal stuk voor stuk pareltjes.

De volgende dag was een transitdag tussen zuid Lombok en zuid Bali, met gecharterde taxi, trage ferry op een woelige Balizee, en weer een shuttlebus om uiteindelijk in Sanur aan te komen, aan de rand van het drukke stadsgewest van hoofdstad Denpasar. Sanur is zowat het bejaardentehuis van Bali maar het was maar voor één nacht dus maakte het niet uit.

De bestemming konden we pas de volgende dag bereiken namelijk, door s ochtends een kleine publieke boot te nemen naar het eiland Nusa Lembongan. Best wel een avontuur aangezien het juist vloed werd en er hoge golven ontstonden, die soms een pak groter waren dan ons bootje. Uiteindelijk toch veilig aangekomen en de rest van de dag niet veel meer gedaan dan relaxen aan ons zwembad met zicht op zee met een frisse Bintang, het lokale bier, in de hand. Schol!





















dinsdag 20 januari 2015

lovina beach - Gunung batur - ubud - besakih - candi dasa - senggigi - gili air

Na het heerlijke relaxen in ons hotel in Lovina beach, waar we onze tijd voornamelijk doorbrachten aan het centraal gelegen zwembad, afwisselend zwemmend en lezend, besloten we daar het tijd was om Bali verder te verkennen. Eerst nog even het stand gaan bekijken, aangezien ons hotel er aan grensde, maar zoals verwacht stelde dat hier in Lovina niets voor. Dan maar naar de hoofdbaan, een bemo, minibus, tegenhouden en tot aan de splitsing tussen kustweg en de baan richting het vulkanisch binnenland gebold. Uiteindelijk een goeie deal gemaakt met twee mannen met scooter, die met ons achterop en onze bagage tussen hun benen in, ons de helling van de Gunung batur vulkaan op reden. De zon elke plaats voor wolken naarmate we verder en verder omhoog reden, maar al bij al bleef het droog. 

Aangekomen in het bergdorp penelokan, gelegen op de rand van de caldera, of kraterrand, hadden we een heerlijke Indonesische lunch. Normaal is er van hier een heerlijk zicht op de batur vulkaan en het meer dat zich 500 meter lager dan penelokan op de bodem van de caldera bevindt. De wolken en enkele fikse regenbuien beperken het zicht echter wat. In vette regendruppels liepen we na onze maaltijd richting de  hoofdbaan die naar ubud loopt, verder zuidwaarts in Bali. 

Een gecharterde taxirit later kwamen we in ubud aan. Het viel meteen op hoe toeristisch uitgebaat dit dorp tussen de rijstvelden wel niet is geworden. Van arty farty miniem dorp, tot een gehypte lokatie in Bali, waar tegenwoordig zelfs een starbucks en een Nike winkel aanwezig zijn.... Vanuit de drukke hoofdstraat zit je hier wel snel in de rust, zoals ook in de zijstraat waar we een familiaal hotel vonden met klein zwembad temidden van de groene binnenkoer. Wat meteen opviel in de omgeving van ubud, en het ganse binnenland van Bali, is de sterke invloed van het hindoeïsme. Alle huizen zijn rijkelijk versierd met beelden van hindoe goden en de hele dag door worden er kleine offers aan deze beelden gezet, gaande van bloemen tot wat rijst op en bananen blad tot wierook, Bali ademt op die manier een soort mysterieuze maar heerlijke relaxte sfeer uit, die het toeristische karakter wel ruimschoots goedmaakt. In ubud huurden we de volgende dag fietsen waarmee we de rijstvelden in de omgeving verkenden. Het reliëf, in combinatie met de tropische temperaturen maakten er een heerlijk zweterig tochtje van, maar de rijstvelden in terrasbouw, de tempels, en gewoonweg de versieringen die overal in de dorpen waren aangebracht, waren echt prachtig om te zien

De volgende stop was het kratermeer van Gunung batur, waar we reeds waren geweest maar we moesten hier opnieuw langs dus besloten we er maar te lunchen. Een meevaller was het betere weer dan vorige keer, waardoor de uitzichten een pak interessanter waren.
Vervolgens hielden we halt aan de  hindoeïstische tempel van Besakih, een groot complex dat prachtig gelegen is op de flank van de hoogste vulkaan van Bali, zodat we van hieruit een zicht hadden op de zuidelijke helft van het eiland en zelfs de zee in de verte... Zoals steeds in Indonesië was het complex wel verzadigd met kleine stalletjes waar verkopers snacks, drank of diverse prullaria verkochten.

Via indrukwekkend mooie wegen voorbij rijstvelden en kleine wilde riviertjes die zich in het bergachtige landschap hadden uitgesneden, kwamen we uiteindelijk aan het waterpaleis, een park met enkele schone vijvers, talloze beelden, fonteinen en pagodes, en dit alles tegen een tropische, bergachtige achtergrond.

De laatste stop was onze overnachtingsplaats aan de oostkust, candi dasa. Net zoals eerder in lovina beach is deze plek in feite een kustweg waarlangs het ene hotel na het andere zijn plekje aan het stand opeist. Op zich geen aantrekkelijk concept natuurlijk, maar jongens, wat een pareltjes zitten er telkens bij. Na lang zoeken vinden we dus ook tegen een schappelijke prijs een bungalow op 15 meter van het (beperkte) strand en op 10 meter van het zwembad... Bovendien hadden we voor onze bungalow onze eigen lounge, inclusief grote zachte kussens. Not bad!
Na twee nachten hadden we het er wel gezien en namen we iets zuidelijker de publieke ferry richting Lombok. Vijf uur varen later kwamen we op dit islamitische eiland, met ongeveer dezelfde afmetingen als Bali, aan. Daar ging het met een gecharterde minibus tot in Senggigi, een van de meest toeristische plekken van Lombok, bestaande uit talloze baaien met wit strand en wuivende kokosnootpalmen. Geen wonder dat deze plek zo uitgegroeid is in de loop der jaren. Sjiek resort na sjiek resort, genre sheraton zelfs, nestelt zich er tussen strand en bergflank... Na veel gezeul in de tropische zon met onze zware pakken werd het ons duidelijk dat we met ons budget niet veel speciaals konden vinden qua accommodatie, dus opteerden we ervoor de goedkoopste plek te nemen, centraal gelegen maar spijtig genoeg vlakbij de kustweg, en pal langs een karaokebar. Gelukkig had ik oordoppen, maar feys heeft tot een kot in de nacht Indonesisch kattengejank mogen aanhoren...

De volgende ochtend ging het al vroeg tot in het nabijgelegen bangsal, waar de kleine bootjes vertrekken naar de beroemde gili eilanden. Deze drie eilanden bevinden zich op slechts enkele kilometers van het vasteland maar zijn de laatste jaren enkel populair omwille van hun laidback karakter (er zijn geen auto s, enkel fietsen en paard en kar) en prachtige koraalriffen, ideaal om te snorkelen en te duiken... En zo komt het dat we hier al vier dagen blijven plakken, genietend van het heerlijke eten in één van de talloze restaurants met loungeplekken op het strand, fietsend rondom het eiland (4 kilometer omtrek), lezend in de bamboeloungehutjes van ons resort, snorkelend tussen scholen tropische vissen voor onze bungalows (al een paar zeeschildpadden gezien!), of wat ronddobberend in het warme water van ons zwembad! Life ain't too bad right here, right now!



























zondag 11 januari 2015

Jakarta - Yogyakarta - bromo - lovina beach


Het is lang geleden dat deze blog nog werd gebruikt maar aangezien we dit maal voor een dergelijke Lange duur op tocht zijn vertrokken leek het me toch de moeite om enkele impressies neer te pennen...

We zijn nog maar een dikke week weg maar, cliché cliché, toch voelt het reeds veel langer aan. Het was misschien al omwille van de erg lange en vermoeiende tocht van België tot in de boemende Indonesische hoofdstad Jakarta dat we snel het gevoel kregen wel vrij ver weg van huis te reizen... Vlotte vluchten, dat wel, maar de lange tussenstop van tien uur in de gloednieuwe en hypermoderne luchthaven van Qatar was er toch wel net iets te veel aan. Na vlot een visum verkregen te hebben op de luchthaven van Jakarta kwam de lekker tropische lucht ons buiten snel tegemoet. Een lange nachtelijke rit door de metropool van naar schatting 30 miljoen inwoners, bracht ons naar ons klein hotel dat pal in het centrum toch erin slaagde een oase van rust te vormen. Van al dat rijden vliegen en urenlang wachten waren we zo doodop dat we zonder moeite de klok rond sliepen.

De volgende dag restte ons een combinatie van ontspanning en praktisch geregel. Het was weekend en het centrale plein van de stad vulde zich met kleine eet-kraampjes, warungs, en verkopers van allerhande rommel. Meestal ging het dan om onnozel speelgoed, van het soort brol waar ze in ontwikkelingslanden wel pap van lusten. Talloze personen in Kitty, musti en andere fantasie-kostuums gekleed, stonden verspreid tussen de kramen en wilden wat graag mee op de foto voor wat Indonesische rupiahs... Kitsch alom ... Ietwat onverwacht was de immense aandacht die wij kregen... Het moet gezegd dat er quasi geen andere westerse toeristen te bespeuren vielen, maar toch wilden velen met ons op de foto en werden we zelfs gretig geïnterviewd door enkele studenten, die graag hun Engels wilden oefenen. Ondertussen werden we gefilmd... Om even uit de broeierige hitte en de drukte van het plein te ontsnappen namen we de bus naar een mega mall, waarvan Jakarta er velen heeft. Ongelofelijk hoe luxueus en gigantisch de complexen zijn en wat een contrast ze vormen met de levensstandaard van de gemiddelde Indonesiër. Gucci, Dior, prada, Mercedes, ... het rijtje dergelijke luxemerken was immens, en dan liepen wij daar over die marmeren vloeren met onze shorts en teenslippers terwijl de jet-set van Jakarta er keurig uitgedost kwam winkelen. Snel weggevlucht naar de overkant van de immer drukke hoofdas van deze metropool waar zich een iets minder decadent doch zeker niet minder groot winkel complex bevond. Van op de allerhoogste verdieping kregen we mooie zichten op de uitgestrektheid van Jakarta.

'S avonds namen we dan de nachttrein richting Jogjakarta. Best wel goed geregeld en modern hier, het treinnetwerk, alleen is zo'n nachttrein niet al te best om effectief te slapen. Continu komen er verkopers met bami of nasi, frisdrank, allerlei snacks voorbij, weent er wel ergens een kind, weergalmt de stem van de conducteurs doorheen de luidsprekers, enz.., na een turbulente nacht kwamen we om vijf uur s ochtends in Jogjakarta, kortweg jogja, aan. De zon kwam juist op, de stad ontwaakte en vermoeid maar met veel zin voor het volgende deel van onze prille reis gingen we per bejak, soort van bakfiets waar we met veel gewriemel net op pasten met onze rugzakken, richting hotel. In het tulips hotel sliepen ze nog, maar daar hebben we snel verandering in gebracht ☺. Zalig ontbeten met gado gado (sla met pindasaus, tofu, tempé en een gebakken ei) en gefrituurde tempe met een sojasaus. Lekker! Nadien doodmoe in slaap gevallen aan het zwembad en kennis gemaakt met de Indonesische zon op het middaguur. Jawadde, lekker verbrand zeg, heeft nog wel enkele dagen geduurd eer het rood wegtrok...

Dag 2 in jogja de hindutempel van prambanan bezocht, UNESCO werelderfgoed op 20 km van het centrum. Per publieke bus erheen was best een leuke en goedkope manier, waardoor we wat meer tussen de lokale bevolking zaten. Jammer genoeg hebben we eenmaal in prambanan eerst de iets verder gelegen kleine tempel bezocht waardoor we het echte hoofd complex niet op tijd bereikten en er niet meer binnen mochten. vanop afstand was het gelukkig nog steeds en prachtig zicht!

Als er zich ergens ver van huis een afdeling van onze Leuvense via via bevindt moeten we er wel eens langsgaan, en dus gingen we op dag twee in de via via van jogjakarta lokale eten (heerlijke kaart met Indonesisch en wereldkeuken), en op dag drie fietsten we met een lokale gids van de via via doorheen het platteland rond de stad. Het bleek een enorm interessante manier om Java te leren kennen. We bezochten een kroepoekbedrijfje, plantten rijst met de plaatselijke boeren, brachten een bezoek aan een tempe bedrijf (termpe is gefermenteerde tofu), en gingen kijken naar de lokale bank, een boerderij waar alle dieren van het dorp bewaakt en verzorgd worden, dag en nacht. Deze kippen, geiten en koeien zijn immers een waardevolle investering voor de mensen hier. In de namiddag gingen we vervolgens achter op de brommer met 2 jonge gasten die voor de via via werken, richting borobudur, het befaamde boeddhistische complex 50 km verder. Een prachtige tocht over smalle hangbruggen, doorheen regenwoud en rijstvelden bracht ons tot bij de tempel, een indrukwekkend groot gebouw op een heuvel en omringd aan één zijde door bergen. Prachtig hoe gedetailleerd de talloze taferelen in de wanden van de tempel werden uitgerkerfd. De tempel bestaat uit verscheidene verdiepingen en op de bovenste bevonden zich de meeste toeristen, meestal Indonesiërs. Wanneer op een gegeven moment we aan een lokale toerist toestemming geven om met hem op de foto te gaan is het hek van de dam en worden we minutenlang omsingeld en gefilmd en gefotografeerd door minstens veertig, vijftig man. Het volgende uur bezoeken we de tempel verder terwijl we om de haverklap terug moeten poseren... Een lekkere maaltijd in de via via rond ons bezoek aan jogjakarta en omgeving perfect af.

S anderdaags gaat het per trein naar Surabaya, economische metropool en tweede stad van Indonesië (vanwaar enkele weken geleden het gecrasht vliegtuig richting Maleisië opsteeg) omdat het mijn verjaardag was en feys wat verkouden hadden we voor een keer een iets sjieker hotel geregeld, ook al omdat het hier toch nog steeds erg goed mee valt van prijs. En zo sliepen we hier in een sjieke kamer op de 15de verdieping met zicht op het drukke verkeer en de skyline van Surabaya. Omdat het tunjungan shopping complex vlakbij lag, het zelfverklaarde grootste van zuidoost Azië (inderdaad belachelijk groot), hebben we hier eten gezocht in de foodcourt, hetgeen zo typisch is voor zo'n centers in ontwikkelingslanden. Heerlijk genoten van Indonesische gerechten. Een bezoek aan de arabische wijk (jawel, doch eerder architecturaal dan qua bevolking) en de hectische Chinese was interessant, alhoewel het toch vooral het rustige uitblazen in onze hoge kamer was dat deugd deed na de afgelopen dagen.

Per bus en na lang wachten aan de tussenstop tot de bemo of minibus gevuld was, anders vertrekken ze hier niet, kwamen we daags nadien in de vallende schemering bij de krater van de bromo-vulkaan aan. Het extreem toeristische dorp cemoro lawang is veel duurder dan de rest van Indonesië maar gelukkig vonden we na wat zoeken toch nog een gezellig hostel waar we niet werden afgezet en toch water en andere basisvoorzieningen in onze kamer kregen, in tegenstelling tot de krotten die enkele lokale inwoners trachten te verpatsen. Hier maakten we kennis met katrin en kati, twee Estse toeristen die een auto huurden en voorstelden om de zonsopgang over het vulkanisch gebied waarvoor velen hier naartoe komt, samen te doen. Zo konden we de dure kosten van een jeep met chauffeur uitsparen en toch al een deel dichter geraken bij het uitzichtspunt op de penanjakanvulkaan richting de bromo en enkele andere vulkanen op de achtergrond. Om drie uur s nachts stonden we op en reden door het donker en de mist naar het wandelpad. Een stevige wandeling met enkele steile passages doorheen kletsnatte vegetatie bracht ons een paar honderd meter hoger, maar al gauw werd duidelijk dat de wolken roet in het eten gingen gooien. En effectief, niets was er te zien wanneer het licht werd. Lichte teleurstelling, maar met een goeie relaxte sfeer daalden we terug af. In het dorp aangekomen bleek het wat op te klaren en konden we toch al over de kilometers grote sea of sand kijken, de bodem van de krater is dat, en zagen we uiteindelijk de vulkaan eveneens in volle glorie enkele kilometers verderop. een magnifiek zicht. Na het ontbijt kregen we van Katrin en kati nog een lift tot aan de hoofdas tussen surabaya en oost Java en brak voor ons een lijdensweg aan richting noord Bali, waar we reeds een hotel hadden geboekt in lovina beach. De tocht tussen bromo op Java en lovina op Bali duurde 13 uur en bevatte achtereenvolgens auto - lift per camion - brommerbakfiets - bus - bus - gecharterde minibus - ferry - gecharterde minibus... De dag erop bestond dan ook uit niet meer dan liggen aan het zwembad temidden van de tropische vegetatie en de hinduistische beelden....