donderdag 28 juni 2007

christchurch - mount cook - southern scenic drive





























hello! het is al een tijdje geleden, dus tijd om ns te updaten. momenteel zitten we niet meer in australie, maar in nieuw-zeeland. na een kort nachtje gespendeerd te hebben in de luchthaven van sydney, wij de vlieger op naar christchurch. bij het landen lag nieuw-zeeland er veelbelovend bij: vanuit de lucht zagen we heel mooi de besneeuwde bergtoppen. op de luchthaven waren ze enorm streng wat betreft 'aarde' da ge importeert, omdat daar zaadjes in zouden kunnen zitten van planten die niet thuishoren in nieuw-zeeland: de siem moest zijn woestijnzand in de luchthaven laten en mijn sandalen werden door die mannen gekuist omdat er teveel aarde aan hing (wel handig, moet ik het niet meer kuisen). in christchurch zelf hebben we een gezellig hostel gevonden en het stadje wat verder uitgepluisd. christchurch heeft een kathedraal, maar voor de rest is er niet bijster veel te zien (op een onnozel klein stuk tramlijn na, waar ze hier enorm trots op zijn). dat neemt niet weg dat de sfeer erg gezellig is: veel jeugd, wat kraampjes en cafekes, etc. de nieuw-zeelanders zijn ook bijzonder vriendelijk (het is precies alsof de nieuw-zeelanders en de australiers een spelletje spelen om omtert meest vriendelijk te zijn): altijd goeiendag zeggen, babbelke slaan, precies alsof ze u al jaren kennen en u superleuk vinden (zijn wij ook wel natuurlijk). christchurch was voor de rest vooral de stad om wat praktische zaken te regelen, met als belangrijkste het zoeken naar een geschikt transportmiddel om ons hier voort te bewegen. aangezien de campervan in australie ons beviel, zochten we voor iets gelijkaardigs in nieuw-zeeland, maar deze keer wel met chauffage natuurlijk, want het is hier behoorlijk koud! de campervan die we gevonden hebben heeft een chauffage en is erbovenop wat groter dan onze vorige en het is een diesel: feest alom! bovendien zuipt em ni zoveel benzine als de vorige (die dronk naft alsof zijn leven ervanaf hing). vanuit christchurch zijn we met onze bak richting mount cook gereden. 'cookie' is de hoogste berg van nieuw-zeeland (en australie) met een hoogte van meer dan 3700 meter). de weg ernaartoe was ronduit prachtig, ik heb zelden (of zelfs nooit) zo'n schoon berglandschap gezien in mijn leven: de bergskes hebben heel steile wanden, en het mooiste eraan is dat ze allemaal bedekt zijn met een laagske poedersneeuw, het lijkt alsof ze rechtstreeks uit den diepvries komen (hoewel we er nog nooit geweest zijn, lijkt het hier soms precies op die foto's die ge ziet van bergen in alaska). we hebben het ons nog geen seconde beklaagd dat we nieuw-zeeland in de winter doen, aangezien het landschap door sneeuw en ijs dubbel zo schoon is (denken we, zijn hier nog nooit in de zomer geweest natuurlijk). wij kregen der bovenop nog een staalblauwe hemel, inclusief zonneke, bij als cadeauke. savonds wouden we vanop een berg genieten van het panorama, ma het wegske naar de top van die berg was wel precies nogal glad, zo bleek nadat onze campervan kennelijk geen goesting had verder te gaan op een hellingske door de ijsplekken. chance da ge water kunt koken in de van, gene stress dus, ijs gesmolten en campervan weer den berg op. volgende dag was mount cook-dag. hebben het laatste stukske op weg naar mount cook te voet moeten doen, wegens een gans besneeuwde weg: het heeft wel iets, ma derop rijden met nen halve camion doen we liever toch ni! ook schone berg, die pittig uitsteekt boven de rest met zeer steile wanden (zijn al verschillende pipo's gestorven op die berg bij het beklimmen ervan). de nacht nadien was afzien! de chauffage in de campervan werkt op LPG, ma de LPG-fles was op! gevolg: geen chauffage... gevolg: slapen met twee slaapzakken, thermisch ondergoed, fleece en alles wa ge maar kunt vinden. twas wel nodig, want toen we smorgens opstonden vroor het binnen: raampjes dichtgevroren met ijs aan de binnenkant en ook kraantje dichtgevroren. volgende ochtend uiteraard direct gasfles gaan bijvullen, geen tweede keer! momenteel zijn we de 'southern scenic drive' aan het doen, ne weg langs de zuidkust van nieuw-zeeland. hier geen echte bergen meer, maar heuvelkes (zonder sneeuw). ook wel mooi, maar iets gelijkaardigs hadden we al eerder gehad in australie. we wouden kijken naar de enige albatrospopulatie (dat zijn nogal groot uitgevallen meeuwen) dat op het vasteland leeft, maar die smeerlappen hier vragen (veel) geld om die beesten te mogen zien, alsof zij die vogelkes daar eigenhandig hebben gezet... geld slaan uit de natuur, tis een schande. dan maar op zoek naar pinguins die hier zouden rondlopen. het enige probleem is dat die vogels (de hipste vogels ter wereld, als ge het ons vraagt) overdag rustig viskes vangen in de zee, en pas savonds, als de zon aan het ondergaan is, aan land komen om in hun nest te kruipen. wij waren te laat (na zonsondergang) en hebben dus niets gezien behalve een donker strand... we hebben wel een meteoriet gezien (geen kat dat ons gaat geloven, ma het is nochtans echt waar). op deze weg hebben we ook een stop gepleegd op een kaap met vuurtoren en zijn we naar een strand gegaan waar zeeleeuwen zouden moeten zitten. en zeeleeuwen moeten blijkbaar ni achter viskes gaan overdag, want we hebben der twee gezien, die genoten van het winterzonneke. grote, vette, niet-fotogenieke en tamme beesten zijn het, maja, ge kunt het hen niet kwalijk nemen, ni alle dieren zijn zo gezwind als een hinde. te dichtbij komen is geen goe plan, want dan komen ze nogal dreigend naar u toegelopen. gelukkig zijn wij sneller! ook nog een schoon watervalleke bezocht en als laatste stop van vandaag zijn we gereden naar 'slope point', het meest zuidelijke puntje van het zuidereiland van nieuw-zeeland. om daar te geraken moesten we eerst nog een stukje door een wei lopen, waar schapen grazen: er is hier ten andere zeker geen schapentekort: 40 miljoen schapen lopen er rond. als ge da vergelijkt met de 4 miljoen nieuw-zeelanders zijn der dus 10 per nieuw-zeelander (leve wiskunde). nu zitten we in een internetcafeke in invercargill, een klein stadje in het zuiden. zo, da was het! hou jullie goed! ik neem aan dat de examens achter de rug zijn, dus geniet van het verlof en de anderen gewoon genieten van al de rest! iep!

donderdag 21 juni 2007

van melbourne naar sydney





























een goeiedag allen daarginds! vanuit melbourne hebben we nog een aantal bezienswaardigheden bezocht op onze weg naar sydney. ons eerste dorpje op deze weg was bairnsdale, niet zo een speciaal dorpje, op een kerk na, dat vroeger helemaal niet beschilderd was langs de binnenkant, maar nu wel. dat allemaal dankzij een schilder-kunstenaar die ofwel heel gelovig was ofwel heel veel tijd had om gans die kerk vol te schilderen. een volgende stop waardig is het stadje 'lakes entrance'. zoals de naam al doet vermoeden is het de plaats waar een aantal meren (soort lagunes) verbonden zijn met de zee. de zon kwam juist piepen en zette de zee, 't zand en de duinen in een heel schoon licht. daar nog wat rondgedrenteld, koffieke gedronken en verder gereden richting sydney. de dag erna weer wat kuststadjes overlopen, zoals daar is bijvoorbeeld 'eden'. dat stadje blijft vooral in ons geheugen gegrift omdat we van dichtbij twee pelikanen hebben kunnen zien, en pelikanen zijn toch wel iets interessanter als pakweg een mus. en der waren ook douches bij een parking aan de haven! feest want deze keer waren het warme douches! later doorgereden naar een baai, die heel mooi gelegen was. vooral de hoge golven waren er spectaculair en er waren een aantal surfers die de koude trotseerden om gezwind over de golven te surfen. later zijn we doorgereden naar canberra, de hoofdstad van australie. heel lang geleden, toen de dieren nog steeds konden spreken, maakten melbourne en sydney ruzie met elkaar omdat ze allebei de mooiste waren en de beste en de coolste en dus vonden ze dat ze allebei hoofdstad moesten zijn van australie. maar als twee honden vechten om een been... was canberra ermee weg. de politiekers hier hebben immers om het gekibbel op te lossen een volledig nieuwe stad gebouwd met alles wat een hoofdstad maar nodig heeft. ze hebben alleszins een schoon plekske uitgekozen voor hun nieuwe stad, in de snowy mountains, een soort plateau met een toch wel mooi landschap. de snowy mountains is de hoogste bergketen van het land (hoewel dit relatief is, aangezien de hoogste berg van australie maar pakweg 2200 meter hoog is). ok, canberra dus: het valt wel op dat het een kunstmatige stad is, met brede lanen, veel groen en een heel symmetrische opbouw. speciaal, maar niet lelijk, integendeel. we hebben er het 'war memorial' bezocht, een museum over alle conflicten waarbij het australisch leger betrokken werd. de nadruk lag eigenlijk vooral op de eerste en de tweede wereldoorlog. blijkbaar zijn er een relatief groot aantal militairen op belgische en noord-franse bodem gesneuveld tijdens de eerste wereldoorlog en twaren vooral de japannerkes die de australiers ambetant maakten gedurende de tweede wereldoorlog, zo hebben we geleerd. schoon en modern museum wel. we hebben ook rondgelopen langs het oude en het nieuwe parlementsgebouw. het nieuwe heeft dus logischerwijs het oude vervangen, en dat nieuw gebouw heeft naart schijnt nogal wat voeten in de aarde gehad eer het klaar was voor gebruik. ma tis een heel mooi gebouw met vooral mooie architectuur wel. savond hebben we geslapen in de campervan op mount ainsley, waar we een heel mooi zicht hadden op de verlichte stad. volgende dag nog wat rondgelopen in canberra, en vooral het gedeelte met winkelstraatjes en restaurantjes. ondanks het kunstmatige van de stad, zijn ze der blijkbaar wel in geslaagd om een gezellige atmosfeer te creeeren. nog snel een museum meegepikt, het 'national museum of australia', waar allerlei dingen aan bod kwamen over, hoe raadt ge het, australie. dankzij dit museum hebben we bijgeleerd dat de australiers fier zijn op hun treinen en treinsporen (ze mogen alleen de prijzen ns dringend verlagen) en ook op hun eigen automerk (holden genaamd), dat het ideale australische gezin bestaat uit een werkende mama en papa die kindjes, huisje en tuintje hebben in een van de vele suburbs. ook aan de aboriginals en hun cultuur werd in het museum veel aandacht besteed: vreemd wel, omdat het beeld dat we krijgen in het museum (oude culturen die in communities en dicht bij de natuur leven) en het beeld dat we hebben uit eigen ervaringen (dronkelappen die ronddolen in de straten van het northern territory) sterk van elkaar verschillen. savond doorgereden en bijna een wombat platgereden: das een tam beest op vier poten en eigenlijk moeilijk te vergelijken met een ander dier. jammer genoeg hebben we hem niet kunnen fotograferen omdat hij plots iets minder tam werd toen wij uitstapten.
tussen canberra en sydney bevinden zich de 'blue mountains', reden genoeg om te checken hoe 'blue' die 'mountains' zijn. eerste checkpoint waren de 'jenolan caves', grotten met in de buurt ervan een 'blue lake'. het meer was alleszins al ni blauw, maar groen. soit, het was er ondanks dat mooi, omdat het geheel gelegen was in een diep dal en ook omdat we op de weg ernaartoe getrakteerd werden op drie in het wild rondlopende emoes. in het 'blue lake' zaten er naart schijnt vogelbekdieren: dat zijn die beesten dat niet weten of ze nu een zoogdier willen zijn, of een vogel, en dus hebben ze maar voor alletwee een beetje gekozen. we hebben evenveel vogelbekdieren gezien als dat het water blauw was: geen dus. jammer wel... maar er waren wel parkieten (of papegaaien, what's in a name) die rechtstreeks uit een (al ingekleurd) kleurboek leken te komen en die extreem tam waren (deze keer in de betekenis van 'niet-bang-voor-mensen', dus niet de extremere 'koala-of-wombat-tamheid'). ze kwamen met plezier uit uw hand eten voor een boke met confituur en als ge het ze ni gaf, probeerden ze het zelf wel te pakken. ook een glas fruitsap zagen ze best wel zitten, maar ze hebben gefaald, want na een tijd zijn we er toch in geslaagd om ze weg te jagen. die dag zijn we nog verder doorgereden in de blue mountains, maar eigenlijk hebben we die dag ni veel bergen gezien, laat staan blauw. deze keer was het weer de boosdoener. nen drash van heel lange adem met als extra'ke nog wa goeie dichte mist (we zaten op een 1000tal meter, in de wolken dus). tzag een beetje grijs voor ons ogen dat naarmate het donker werd overging in zwart. wij dan maar een koffieke gedronken in een cafeke met een zetel en een open haard en een gazet in ons pollen, voelde even aan als thuis (op een winteravond dan). de volgende dag was eigenlijk niet extreem boeiend aangezien het de dag was dat we onze campervan moesten binnenleveren. ons contract vertelt ons dat we die campervan proper moeten teruggeven, dus moeten we dat natuurlijk eerst proper maken. en dat mocht ook wel na drie weken met ons vuile voeten (plus vuile voeten van polen en koreanen) in die campervan rondgelopen te hebben. we hadden de taken alleszins mooi verdeeld: ikke de buitenkant afgewassen (met dank aan het rode hardnekkige woestijnzand) en de siem de binnenkant (inclusief gore pompbak en kookplaat). op onze laatste 100 kilometers richting sydney nog snel de 'three sisters' bezocht (konden we wegens het weer niet de dag voordien doen, maar nu was het gelukkig wat opgeklaard, nog steeds slecht weer, maar geen mist meer). dat zijn drie indrukwekkende rotsformaties naast elkaar, mooi en dus ook wel toeristisch. op onze weg naar sydney bleek al snel dat het een grote, drukke stad is: we hebben meer dan een uur rondgereden in de buitenwijken voordat we het centrum bereikten. de teller van onze campervan stond op 7074 km toen we hem binnenbrachten: we waren zeer tevreden dat we het gehaald hadden zonder enig defectje of ongemak.
Met dit tevreden gevoel ging het richting centrum per bus, waar we heel snel een backpacker vonden (het stikt ervan in Sydney), en daar meteen op ons bed gingen rusten, vermoeid als we waren. Buiten was het nog steeds extreem druilerig en er stond ne stevige wind dus waren we verre van gemotiveerd om in dat weertje meteen Sydney te gaan verkennen. De volgende dag was er niks meer van te merken van dat weer en was t een heerlijke 15 graden, quasi windstil. Het zonneke scheen aangenaam en de lucht was knalblauw (ideaal voor de foto's). Sydney bleek al vrij snel een heel plezante en schone stad. Voornamelijk de aanwezigheid van de zee is echt wel een bonus. Darling Harbour is Sydney's waterfront (= voormalige havendokken die nu getransformeerd werden in een 'waterkant' met restaurants, bars, winkelkes, musea, enz...), en gaf een heerlijk zicht op de stad, net zoals de botanical gardens. Vanop deze laatste kon ge de beroemde operagebouwen zien, en de Harbour bridge, de brug tussen sydney en de noordelijke suburbs waarop de Sydneysiders zo trots zijn. Opvallend veel vogels ook in de botanical gardens waaronder echt wel assertieve (lees lichtjes aggressieve) papegaaien, vreemde vogels met een vies kaal kopke zoals een gier maar met een heel lange, gekromde snavel, en eveneens vliegende honden. Massas van deze laatste hingen vlakbij het wandelpad ondersteboven te hangen. Creepy.
Wat verder gestapt tot bij de Operagebouwen die wel de moeite zijn. Getuige daarvan ook de vele toeristen. Het sjiekste was echter de wandeling over de Harbour bridge zelf, en voornamelijk het zicht vanaan de overkant, waar we de prachtige zonsondergang bewonderden met zicht op de skyline en het operahouse (zie fotos). 's Avonds even gesplitst omdat ik (simon) een goedkoop Indisch restaurant had gezien (nu ik uit India weg ben heb ik steeds meer goesting in die keuken...) en shoekes ne kebab is gaan eten. Vandaag dan vooral wat praktische dingen geregeld zoals boekenwinkels afstappen in de hoop onze loodzware reisgidsen te kunnen verkopen (lopen momenteel met 5 gidsen rond), maar zonder succes. Voor de rest nog wat rondgesjokt in t centrum, maar het meeste hadden we gisteren al gezien. Voila, zo meteen op naar de luchthaven waar we om 8.25 u onze vlucht naar Nieuw-Zeeland hebben. Benieuwd hoe dit land zal zijn...
Groeten uit Sydney, Shoekes en Simon