maandag 25 augustus 2008

La Paz - Chacaltaya - Valle de la luna - Potosi - Cerro Rico - Tarapaya - Uyuni































wederom hello! nog niet zo lang geleden, maar wel weer veel te vertellen, dus doen we dat maar. we waren in la paz gebleven. savonds zijn we nog naar de 'witches market' gegaan. echte heksen waren er niet (ter info: die bestaan ook niet), maar op de markt waren wel dingen te koop die aan hekserij deden denken (van allerlei middeltjes tegen/voor zwangerschap, koppijn, blablabla tot foetussen van lama's die geofferd moeten worden, bijvoorbeeld bij de bouw van een nieuw huis). de dag erna zouden we naar de berg 'chacaltaya' gaan, maar ikke (shoekes) was niet echt in staat al te sportief nen berg op te huppelen aangezien ik de vorige avond klaarblijkelijk iets lichtelijks verkeerds gegeten moet hebben: mijn eten (of wat er nog van overbleef) wou 's nachts immers langs alle mogelijke kanten (zowel de onder- als bovenkant, details laat ik uit respect voor jullie achterwege) zo snel mogelijk mijn lijf verlaten. nu ben ik nog steeds niet 100%, ma functioneer toch al beter. anyway, ikke dus heel de dag in bed gelegen en de siem alleen den berg op. een verslag van onze simon:
ok, here we go: ik werd vrij stipt opgepikt en in een typisch toeristenbuske gestoken, waar ik een bonte mengeling van Italiaanse, Duitse, Turkse en Australische origine vervoegde. via de buitenwijken van El Alto, waar al meteen een band moest vervangen worden, ging het via gravelroad gestaag (max. snelheid van 15 km/u ...) omhoog terwijl de besneeuwde top van de Huayna Potosi (6088 m) beetje bij beetje dichterbij kwam aan de linkerkant. Na anderhalf uur bollen bereikten we op 5300 meter het clubgebouw van de lokale skivereniging, met vlak ernaast de schrale piste die nauwelijks 200 meter lang is. Ik vraag me toch wel af wie er goesting heeft om op zo'n hoogte, met zo belachelijk weinig zuurstof in de lucht, actief te zitten doen... Anyhow, het uitzicht was schitterend, eenmaal de laatste 140 meter geklommen was naar de top. Aan de ene zijde een schuin afhellende hoogplateau richting La Paz, aan de andere kant de witte rij bergtoppen van de Cordillera Real.
Van Chacaltaya ging het weer even tergend traag naar beneden, onderweg in El Alto nog effe korte stop voor een panoramisch uitzicht over La Paz, en via de rijke buitenwijken van La Paz (extreem contrasterend met de rest van La Paz) kwamen we aan in de Valle de la Luna (maanvallei dus). Compleet anders dan ik in gedachten had maar zeker ni minder interessant: scherpe witte kalkstenen pieken die dicht tegen mekaar boven het landschap uittorenden...
Bovendien was het hier wat lager gelegen dan La Paz (maar toch nog steeds 3500 meter) en aangenaam warm, omwille van de ingesloten ligging... Back in La Paz in het hostel op Shoekes zitten wachten, die even een luchtje was gaan scheppen...
dank voor deze bijdrage, simon! 's avonds wouden we onze bus pakken naar 'sucre', een naart schijnt mooie, koloniale stad, dat blijkbaar nog steeds de hoofdstad is van bolivia (met onze oprechte excuses voor foutieve informatie in het verleden op deze blog). wegblokkades zijn in bolivia echter een nationale sport, zo blijkt: sucre is op geen enkele manier bereikbaar wegens protest en blokkering van de weg door god-weet-wie (mijnwerkers, coca-boeren, iedereen vindt het wel leuk om te doen). tussen haakjes: (het zijn tamelijk woelige tijden in bolivia, aangezien er momenteel een referendum aan de gang is in verband met een nieuwe grondwet en het feit of de huidige president 'evo morales' mag aanblijven (de eerste indogene president uit de geschiedenis van het land, ervoor altijd rijke, blanke (ex-)kolonisators geweest). in en rond 'santa cruz' (rijk, 'blank' gebied aan de rand van de amazone, in het oosten van bolivia) wil men zelfs autonomie uit onvrede met de president, terwijl hier op het altiplano de meesten pro-morales zijn (niet verwonderlijk, hier zitten de meeste indogene groepen). haakjes dicht! )soit, sucre zat er dus niet in en we zijn dan maar direct gestopt in 'potosi'. deze stad van 150000 inwoners ligt op 4070m hoogte en is daarmee de hoogst gelegen stad met zulk inwonersaantal. wat bezielt die mannen zo hoog te gaan wonen (tis hier koud ze!), vraagt ne mens zich toch vrij snel af. het antwoord is nen berg (voor de verandering) vlakbij met zilver en tin en nog allerlei dure dinges in verstopt. al bijna 500 jaar lang zijn hier mijnwerkers aan de gang (mijngang dus) en nog steeds zit er vanalles in de berg. het bezoek aan de mijn was ronduit indrukwekkend. we werden eerst rondgeleid langs kleine winkelkes met spullekes voor mijnwerkers. er wordt van 'den toerist' verwacht toch een kleinigheid te kopen voor die mannen, aangezien een loon van 45 bolivianos (4.5 euro) per dag (hoewel meer dan gemiddeld hier) niet al te veel is. wat er dan gekocht dient te worden? dynamiet, frisdrank, coca-bladeren, sigaretten en pure alcool (97%). dynamiet omdat er af en toe een stukske berg moet opgeblazen worden, frisdrank omdat ne mens dorst krijgt van het harde werken, coca-bladeren omdat dat nu eenmaal zo hoort in bolivia blijkbaar (der wordt hier door iedereen op coca-bladeren gekauwd alsof hun leven ervan afhangt), sigaretten omdat het stof en de gassen in de mijn nog niet ongezond genoeg zijn en pure alcool om het werken toch iets aangenamer te maken (wordt dus niet verdund, die mannen drinken dat letterlijk puur!). na het kopen van deze giften, was het tijd om de mijn zelf in te gaan. als gids hadden we een man die drie jaar gewerkt had in de mijn. wat ge zag in de mijn was nogal pakkend te noemen: na 10 tot 15 jaar in de mijn te werken zijn hun longen zo kapot door stof en gassen dat het 'pensioen' van 15 dollar per maand aan weduwe (inderdaad) en kinderen gegeven wordt. als ge die 10-15 jaar al hebt kunnen werken, want elk jaar sterven er 25 mijnwerkers door ongelukken in de mijn zelf (instortingen, giftige gassen, dynamiet dat iets te hevig of iets te snel ontploft dan gepland,...). als ge vijf jaar in de mijn gewerkt hebt, zijt ge lid en moogt ge eigl doen wat ge wilt: op uw eigen kostbaar metaal zoeken en dynamiteren of anders aansluiten bij mensen die al iets dergelijks gevonden hadden en een min of meer vast loon krijgen. de mijn is eigl gewoon een grote berg met oneindig veel (stoffige of net omgekeerd, modderige) gangskes in (vaak maar een goeie meter hoog, waardoor ge gebukt moet rondlopen) waarlangs dieper (hoe dieper hoe ondraaglijk warmer ook) en verder gegraven en gezocht wordt naar (vooral) tin en zilver. wij hadden geluk, het was vrijdag, en op vrijdag wordt er nog meer alcohol gedronken dan normaal en wordt ook hun 'god van de mijn' vereerd. die god is eigl een soort duivel (verbaast ook niet echt, het lijkt er wel de hel, en als dat niet klopt is het alleszins goed nagemaakt) waar offers aan gebracht moeten worden zodat de mijnwerkers mineralen mogen vinden en meenemen en ook zodat er geen ongelukken gebeuren. wij hebben een 'beeld' gezien van die god (gemaakt uit aarde en allerlei rommel), waarvan er nog vele andere beelden zijn in de mijn. in zijn mond waren een aantal opgebrande sigaretten te vinden, hij werd besprenkeld met alcohol en aan zijn voeten lag een foetus van een lama, allemaal offers. bij het rondlopen door de gangen werd er door onze gids af en toe wat van de giften van de toeristen uitgedeeld aan de mijnwerkers. de mijnwerkers vinden het niet erg dat toeristen komen kijken, want ze zijn fier op hun werk en laten het graag zien, ze zijn ook erg vriendelijk (misschien dat de alcohol daar ook wel voor iets tussenzit). als kers op de taart wou een van de mijnwerkers ons in 'zijn mijngang' een dynamietexplosie laten zien. onze gids zei ons op voorhand dat we moesten lopen als de lont aangestoken werd, maar naar waar exact en hoe ver was allemaal een beetje (te) onduidelijk. het feit dat de 'dynamiet-mijnwerker' al poepeloerezat was en onze gids toch ook al voldoende had gedemonstreerd dat hij pure alcohol kon drinken, maakte ons er niet bepaald geruster op. na veel geknoei (motoriek van die mannen was niet meer 100%, om het zacht uit te drukken) was de lont eindelijk aan en wij lopen. een minuut later en een paar tientallen meters verder een zijgang in hoorden we een harde, toch doffe knal, voelbaar door heel uw lijf. erna kwam een enorme stofwolk onze kant op. unieke ervaring en wij leefden nog. hip hoi! potosi is niet alleen maar mijn-gedoe. het is ook een mooie stad met ook grote, mooie koloniale gebouwen (uiteraard waren het de spanjaarden die de 'cerro rico', de rijke berg, hadden ontdekt). we hadden ook opnieuw geluk, want het was ondertussen zaterdag, en toevallig ook augustus, dus het was een groot fiesta ter ere van santo domingo denk ik. het was alleszins gezellig, mede dankzij de stoeten van dansende jongens en meisjes met om de 50 meter een fanfare met toeters en trommels en alles derop en deraan. die zaterdag hebben we ook een bus genomen naar warmwaterbronnen paar tiental kilometers verderop. we zijn een bergske opgeklommen naar een warmwaterlagune dat volgens de reisgids de moeite was ma het was eigl ni meer als een ronde vijver waarvoor we veel fysieke moeite hebben moeten doen om er te geraken. later wouden we nog in een van de warmwaterbronzwembaden zwemmen ma hebben het uiteindelijk toch niet gedaan. was beetje een raar, marginaal ding en vooral overbevolkt: heel veel locals sprongen maar al te graag het water eens in op hun vrije zaterdagmiddag. momenteel zitten we in 'uyuni', een (aanvankelijk militair, nu vooral toeristisch) dorp aan de rand van de grootste zoutvlakte ter wereld, de 'salar de uyuni'. de zes uur durende rit hiernaartoe leek langer te duren dan zes uur: weinig plaats voor de benen, overboekingen wat de plaatsen in de bus betreft met als gevolg te veel mensen voor te weinig stoeltjes, de bus stond bovendien een uur stil door panne en de weg was ongeasfalteerd, stofferig en bochterig (voor zover dat een woord is). maar niks te klagen hoor, het zicht was wel spectaculair: bergen in een dor, ruw landschap met af en toe een stoffig dorpje en her en der wat grazende lama's. uyuni zelf is een woestijndorp vanwaaruit alle tours vertrekken naar de zoutvlakte en andere natuurwonderen errond. vandaag was dan ook ons praktisch dagje om een vierdaagse tour te regelen in het gebied (een tour is noodzakelijk aangezien ge enkel met nen 4x4 alles kunt zien). we zullen gedropt worden in 'san pedro de atacama' in het chileense stuk woestijn en vandaaruit nemen we een bus naar 'salta' in het noorden van argentinie. zo, da wast, laten nog wel ns iets horen van ons! veel groetjes ginder en het amusement ook! iep!

woensdag 20 augustus 2008

Los Uros - Taquile - Copacabana - Isla del Sol - La Paz - Coroico - La Paz




































hallo iedereen! het is toch weer even geleden, dus tijd voor nog een kleine update.
ok, we waren bij puno aan het titicacameer gebleven. vandaaruit hebben we nen tourboot gepakt naar 'uros' en 'taquille', allebei eilanden in het meer (anders zou een boot nogal loos zijn). de uros eilanden zijn nogal bijzonder omdat het kunstmatige, drijvende eilanden zijn: heel lang geleden was er een volkske dat zich niet wou bemoeien met oorlogen en conflicten van alle andere volkeren, dus besloten ze in het titicacameer eilanden van riet te bouwen zodat de anderen het niet de moeite vonden hen lastig te vallen. ondertussen wonen ze met 2500 man (en vrouw, en ook kind, en eigl ook huisdieren zoals soort cavia's en allerlei soorten watervogels om op te eten) op een aantal zelfgebouwde rieten eilanden. op die eilanden staan rieten huisjes, der is een rieten school, een rieten ziekenhuis, rieten bootjes, alles wat ge maar wilt. elektriek hebben ze van zonnepanelen, ze eten vis uit het meer en vogels (ook uit het meer) en, drie keer raden, ze eten ook riet (maar verbouwen ook andere groenten op hun eilanden). om de paar maanden moeten ze nieuw riet leggen omdat het oude riet verrot. die drijvende eilanden zijn best wel handig, want als die mannen een burenruzie hebben, kunnen ze met hun eiland wa verder drijven. voor de rest leven ze ook nog van toeristen (zoals wij) die met bootjes de eilanden komen bezoeken (zwemmen was goedkoper geweest, maar kouder en vermoeiender). erna vaarden we (aan een tergend traag tempo, veel knopen hebben ze hier niet denk ik) door naar een 'echt' eiland, taquille. deed ons sterk denken aan een of ander grieks eiland in de middellandse zee, met dat verschil dat het bevolkt wordt door allesbehalve grieken (de inwoners van het eiland hebben een heel eigen, specifieke cultuur) en dat dit alles zich bijna 4 kilometer hoger afspeelt dan in griekenland. bovendien hebben ze in griekenland hoogstens konijnen, terwijl die nu vervangen werden door vergelijkbare, toch iets grotere en hippere beesten, namelijk lama's. op het eiland hebben we een wandeling gemaakt, wat rondgelopen op het centrale plein en lekkere vis gegeten.
erna was het tijd om peru te verlaten en verder te reizen naar bolivia, meer bepaald naar 'copacabana', ook aan het titicacameer, maar dan het boliviaanse deel. de grensovergang verliep vlot, op ne pipo na die ons probeerde een taxi aan te smeren voor 12 bolivianos (ongeveer 1.2 euro) voor een rit van nog geen kilometer naar de grens (lijkt niet veel geld, maar is het wel degelijk! ter vergelijking: hadden net in totaal 12 bolivianos betaald voor een busrit van ruim drie uur!). denk dat het wel duidelijk geworden is dat bolivia arm is, armer dan peru, ook te zien aan de huiskes, staat van de wegen en dergelijke. het is het armste land van zuid-amerika...
copacabana is een rustig (ook wel wat toeristisch) dorp/kleine stad aan het meer. van daaruit namen we een boot naar 'isla del sol' (vertaal het zelf). hier zouden de grondvesten van de inca-cultuur liggen. we deden een drie uur durende wandeling van noord naar zuid, met onderweg wat inca-ruines. de inca's hadden alleszins geen tekort aan fantasie: die mannen dachten dat de zon hier geboren was, waardoor ze een (offer)altaar en heiligdommen enzovoort neergepoot hebben. voor de rest is er ook een heilige rots te zien dat zou moeten lijken op een puma, maar wij zagen er eerlijk gezegd enkel een rots in. anyway, de naam 'titicaca' betekent 'rots van de puma'. voor de rest was het eiland leuk om door te wandelen en had het evengoed opnieuw in de middellandse zee kunnen liggen.
tijd om een bus te nemen naar 'la paz', de hoofdstad van bolivia. het is een stad van superlatieven, vooral omdat het met zijn 3660 meter de hoogst gelegen hoofdstad ter wereld is. la paz zelf is omgeven door bergen (toppen tot ruim boven de 6000 meter) en op de berghellingen rond de stad ligt 'el alto' (op 4000 meter), de vierde grootste stad van bolivia en de hoofdstad van de 'aymara' (samen met de 'quechua' de belangrijkste indogene bevolkingsgroep van bolivia). van bovenuit is het zicht op de stad vrij pittig! het waren de spanjaarden die op het zotte idee gekomen waren hier een stad te beginnen bouwen en het waren niet voor niets kolonisators, want hun reden om daar te gaan zitten was de aanwezigheid van goud.
van hieruit hebben we een bus genomen naar 'coroico'. de weg ernaartoe is spectaculair te noemen: eerst ging de bus langs 'la cumbre', een bergtop en -pas van 4600 meter hoog om dan over nog geen 75 km ruim 3.5 kilometer (!) lager uit te komen in het dorpje 'coroico'. nog geen jaar geleden reden alle voertuigen langs een ongeasfalteerde, smalle weg langs de steile hellingen. gevolg: het is officieel de gevaarlijkste weg ter wereld met gemiddeld 26 voertuigen per jaar die de ravijn induiken. gelukkig voor ons (maar toegegeven, ook wel iets minder stoer) is er nog maar net een nieuwe, geasfalteerde weg open (aanleg duurde meer dan 10 jaar) die een stuk veiliger blijkt te zijn (het omgekeerde zou vrij moeilijk worden). alle voertuigen rijden momenteel op de nieuwe weg en op de oude weg wordt enkel nog gemountainbiked.
naarmate we afdaalden naar coroico werd het mistig, regenachtig en tropisch warm. beetje logisch, want zaten op de overgang tussen de andes en de amazone. coroico is een chill dorpke tussen de tropische planten en vogelkes en fladderende vlindertjes en andere tropische dingen dat daarbij horen (zoals irritante bijtende insecten, lang geleden dat we die gezien of gevoeld hadden). hier kwamen we ff op adem (letterlijk, eindelijk bekke meer zuurstof) en vandaag zijn we terug richting la paz gegaan. busrit was voor mij persoonlijk (shoekes) minder aangenaam aangezien ik naast een dikke, zweterige, soms snurkende local zat die minstens de helft van mijn stoeltje ook inpikte. bovendien had hij, zo merkte mijn neus (jammer genoeg) fijnzinnig op, last van zijn darmflora. deze avond een lekker hapje gegeten, met een overgelukkige simon als gevolg, aangezien hij een klein hapje wou eten voor 13 bolivianos (1.3 euro), toen erna duidelijk werd dat hij voor dat geld een groot aantal fameuse gangen voorgeschoteld kreeg, allemaal vegetarisch! deze avond hebben we ook nog wat rondgelopen op de lokale markt (en ook wat kleine spullekes gekocht). morgen gaan we naar de 5400 m hoge berg 'chacaltaya', hier in de buurt van la paz. het uitzicht zou fantastisch zijn en bovendien komt ne mens zelden of nooit gemakkelijk op zo'n hoogte... morgennacht rijden we naar de koloniale stad 'sucre', en erna gaan we naar de mijnstad 'potosi' en de zoutvlakte 'salar de uyuni'. maar daar later meer over. het amusement ginder! iep!