woensdag 23 mei 2007

Kuala Lumpur - Pulau (=eiland) Tioman - Singapore



























Zoals reeds gezegd aangekomen in Kuala Lumpur. De eerste dag stonden Chinatown, little India en het koloniale stadgedeelte op t programma. We hadden wel al een aantal chinatowns gezien de voorbije weken, maar deze versie was toch wel plezanter omwille van de gezellige drukte en de overdekte winkelstraten. Little India was inderdaad nogal 'little' maar daarom niet minder aangenaam. Het opvallendste waren echter de koloniale gebouwen in Britse stijl die temidden van de moderne hoogbouw staan. Plezante mix. Hetzelfde geldt trouwens voor de culturen in Maleisie: Indiers, Chinezen, Malay, Europeanen... en de godsdiensten: Hindoeisme, Chinees Boeddhisme, Islam, Christendom...
Geen wonder dat ze hier toeristen proberen aan te trekken met de leuze: 'Malaysia: colourful cultures'.

Dag erop was een dag vol hoogtepunten, meer bepaald de brug tussen de twee Petronas towers, en de TV toren van Kuala Lumpur, de vierde hoogste van de wereld. Voor de eerste moesten we er vroeg bijstaan omwille van t beperkte aantal ticketten. Was wel tof maar niet super indrukwekkend. De brug bevindt zich ook 'maar' op 146 meter hoogte, wat in het niets valt ten opzichte van de torens zelf. Toppunt (letterlijk) van de dag was t bezoek aan t obsevatiedek van de TV-toren. Op 276 meter boven t stad hadden we een heerlijk uitzicht. Vooral 's avonds leverde dat schone beelden op.

Den derde dag was voornamelijk gevuld met wat praktische zaken (post, internet) en daarna zijn we naar het grote park van KL gestapt, de Lake Gardens. Aan de rand was een grote moskee en t was vrijdag en net na het middaggebed dus een toffe drukte. Overal eetkraampkes en kleine winkelkraampkes en Shoekes heeft een bizar vanille drankske geconsumeerd. Lekker wel.

T park zelf was wel indrukwekkend, aangezien wij toch niet echt gewoon zijn om in een stadspark tussen palmbomen, lianen, bananenbomen en dergelijke te lopen. Langs de 'orchid' en Hibiscus gardens gestapt, maar dat was ons een iets te gekuist gedoe: keurige wandelpaadjes met wa planten waar dan een naamkaartje voorstaat. Geef ons dan maar weelderige brousse. Deel twee was gereserveerd voor Mid Valley Megamall. Zoals de naam al doet vermoeden een mega shopping center, het grootste van Zuid-Oost Azie zelfs. De tijd wat gedood door hier rond te slenteren en het consumptiegedrag van de Maleisische jeugd te analyseren. Met de irritant slecht functionerende metro teruggekeerd en nog een filmke bekeken in ons hostel.

De vierde dag in KL was niet echt gepland, maar we hadden geen keuze, aangezien de bus die we wilden nemen naar Mersing (zie later) enkel om 11 u s avonds reed. Wij dus nog maar weer wat rondgedwaald, voornamelijk in shopping centers die we nog niet hadden gedaan, en in de namiddag naar de film gegaan. T was zaterdag en we waren bijgevolg verre van de enigste: hordes Maleisiers lieten de Maleisische Ringgits goed rollen in de department stores en foodcourts.

Na t filmke was al aan t schemeren en tesamen met honderden locals ons effe geplaceerd aan de fonteinen tegenover de Petronas Towers. Er kwam ne jonge Maleisische kerel naar ons toe waar we een paar uur mee gebabbeld hebben (hij heeft voornamelijk gebabbeld, die kerel kon maar ni stoppen...) en op die manier heel veel te weten gekomen over de Maleisische jeugd. Bijvoorbeeld hoe ze opkijken naar de Westerse en voornamelijk Amerikaanse levenstijl en hun eigen roots beginnen te verloochenen (iets wat we trouwens ook in India en Thailand opmerkten). Met hem nog lekker sapke gaan drinken (soursop, vreemde vrucht) en dan ons buske genomen richting Mersing, aan de oostkust van Maleisie. Oospronkelijk zouden we naar de historische stad Melaka gaan, maar dat zou toch maar tot een overdosis van chinatowns en little indias geleid hebben, dus hebben we deze maar geskipped.

Elf uur savonds was een vrij ongelukkig uur om de bus te pakken, aangezien we midden in de nacht rond 4 uur toekwamen in Mersing. We beseften dat in dit klein stadje (of groot dorpke) weinig te doen was en dat het eigenlijk niet meer was dan een transit- en havenplaats voor ferrys naar een aantal Maleisische eilanden. We besloten deze functie van het stadje te benutten en boekten een boot die ons bij het krieken van de dag naar Pulau Tioman zou brengen. Toen we na een goed uur varen op het eiland aankwamen, wisten we onmiddellijk dat we een goede gok gemaakt hadden! Fantastisch eiland! Helemaal niet vergelijkbaar met de (ook reeds fantastische) Thaische eilanden: het liep er deze keer niet vol met puber-britten die op zoek waren naar een dosis alcohol, maar het was integendeel een enorm rustige bedoeling: er is aan de westkust (de kant waar we logeerden) maar een klein weggetje waar met moeite een auto kan rijden en slechts een handvol dorpjes. Eigenlijk zijn het niet eens dorpjes, maar gewoon een paar families bijeengeclusterd die wat chalets verhuren aan de weinige toeristen die dit verborgen paradijs toch gevonden hebben. Tot onze verbazing was alles er veel goedkoper dan op het vasteland: zeer goedkope chalets aan het strand, lekkere en goedkope vruchtensapkes en/of cocktails en heerlijk goedkoop eten (waaronder een vers gevangen 'merlin', een soort zwaardvis van een tweetal meter lang!).
Die dag nog wat rondgelopen langs het strand, op zoek naar een gazet, maar niet gevonden, enkel gazetten in het maleisisch (in 1 winkeltje op gans het eiland). Heerlijke beesten liepen er ook rond ginder: we zagen verschillende keren een soort varaan, de grootste was om en bij een meter lang! Ook mega vliegende-honden die als bosjes in de bomen (let op de woordspeling) hingen (op hun kop). Een mindere was wel dat als ge ging zwemmen in de zee, ge kleine prikjes voelde: later hoorden we dat het om ongevaarlijke 'sea-bugs' ging. Dat zwemmen die eerste keer was ten andere wel lachen ook: waren we alletwee in da water aant ploeteren, en onze spullen (leesboek van siem, slashen van siem, zonnecreme en sleutel van chalet) hadden we op het strand zelf gelegd. Moet er perse een boot passeren dat een tsunami creert, die vergelijkbaar was met die van een paar jaar geleden (mss lichtjes overdreven, ma soit). Alles meegespoelt en een uur mogen zoeken naar onze spullen, vooral die sleutel was ni simpel om terug te vinden. Simon, de held van de minuut, heeft de sleutel gevonden (ikke wel zijn slash!).

Dag twee op dit eiland was een chill-dag. Valt bitter weinig over te vertellen, ma twas wel feest: uitslapen, boefen, zwemmen, lezen, zwemmen, boefen, drinken, lezen, etc.
Over dag drie kunnen we wel wat meer vertellen. We besloten een tochtje te maken naar het 8 kilometer verder gelegen dorpje Juara, het enige dorpje (zoals reeds gezegd, kunt ge echt geen dorp noemen, hoogstens een gehucht) aan de oostkust. Juara is enkel te bereiken via een paadje, dwars door de jungle (alternatief is via het water met een boot). Het was de eerste keer dat we echt in de jungle rondliepen en het was een boeiende ervaring: aapkes die rondom u bengelen, varanen die u serieus doen verschieten door al zwaar ritselend weg te ritselen en lianen en andere planten die doen denken aan de serie 'Lost' (voor de ouderen die niet meer meezijn met wat tegenwoordig op tv te zien is: denk aan Tarzan). In Juara aangekomen hebben we genoten van een vruchtensapke en een hapje en van het verlaten postkaart-strand. Erna opnieuw de 8 kilometer teruggestapt, opgejaagd door een naderend tropisch onweer.
Jammer maar helaas moesten we vandaag vroeg uit de veren om de boot naar het vasteland te nemen en vandaaruit de bus naar singapore, een ritje van slechts 150 km. Na wat grensformaliteiten de stad ingereden. Eigenlijk is Singapore een eiland (voor de verandering) en het is best wel vrij groot: de 4 miljoen inwoners hebben geen gebrek aan tropisch groen in de stad. Singapore is ook verre van een ontwikkelingsland: grote wegen en gebouwen, proper (er staan enorm hoge boetes op het gooien van afval op de straat) en een gegoede bevolking (onder andere te zien aan de mercedessen en bmw's die ge toch vrij regelmatig ziet rondtuffen). Nadeel hiervan is natuurlijk dat de prijzen hier heel wat hoger zijn dan we de voorbije weken gewend waren (daarom slapen we deze keer ook in een dormitory in plaats van double room), maar ja, das dan maar een goede aanpassing voor australie. Deze avond wat rondgelopen waarbij we gemerkt hebben dat op 1 vlak Singapore weinig verschilt van Kuala Lumpur: er is een Chinatown aanwezig, inclusief de chineeskes, evenals een Little India met bijhorende bevolking en ook weer hoge gebouwen.

Da was het! Hopelijk rolt ginder eveneens alles op wieltjes, waarschijnlijk laten we pas iets horen in australie! iep!

woensdag 16 mei 2007






















Na ns goed uitgeslapen te hebben, was het tijd om georgetown van naderbij te bekijken. Zoals de naam van de stad al doet vermoeden, is de stad van Brits-koloniale oorsprong. Momenteel zijn het vooral de chineeskes en de indiers die er het mooie weer maken: vooral de chinezen zijn er goed vertegenwoordigd en de chinese tekentjes vliegen ons rond de oren. Het zal dus ook niet verbazen dat er een Chinatown aanwezig is. We hebben er rondgewandeld langsheen een aantal Chinese gebouwen, waaronder Khoo Kongsi. Een kongsi is een clan-huis, een gebouw dat gedeeltelijk functioneert als tempel en gedeeltelijk als ontmoetingsplaats voor chinezen van dezelfde clan. Grappig is wel dat na 70 jaar aan het gebouw gewerkt te hebben het geheel in 1901 eindelijk af was, en net de nacht waarop alles afgewerkt was, vloog het dak in de fik. Maar geen nood, ze hebben het weer proper heropgebouwd met een indrukwekkende serie gouden draakskes, viskes en andere chinese symbooltjes her en der aangebracht op het gebouw. Nog een typisch voorbeeld van de Chinese aanwezigheid was Kuan Yin Teng, een chinees-boeddhistische tempel waar enorme wierookstokskes (noem het maar wierookstaven met een doorsnee van minstens 15 cm en een lengte van een tweetal meter) werden opgefikt en waar de Chinezen nog vele andere rare religieuze dingen deden. Georgetown is echt een stad met een enorme diversiteit aan religies, want naast deze tempels troffen we ook vele mooie moskees aan, evenals een kerk en een kathedraal (hoewel dat laatste met een korreltje zout moet genomen worden, want het is niet groter dan een klein kerkje, of een groot kapelletje, ge moogt kiezen). Naast Chinatown, bezochten we ook Little India: drie keer raden welke bevolking daar prominent aanwezig is. Even voelden we ons weer in India, dankzij de aanwezigheid van uitgesproken indische mannen en vrouwen, dankzij de Indische muziek die door de straten weergalmde en dankzij de Indische hapjes die verkocht werden, evenals typisch Indische kleren. Savonds hebben we gegeten in de Red Garden, dat is een plein met vele tafeltjes en errond allerlei kraampjes met veel en lekker eten, vooral eten uit de zee: viskes dus, oesters ook en krabben en kreeften en nog van die beesten die in het water leven. Voor het slapengaan hebben we nog even gesocialized en iets gedronken in het goedkoopste cafe van georgetown met een sympatieke Brit die wat ronddoolde in Thailand en Maleisie.
Nog ns goed uitgeslapen en erna de laatste belangrijke bezienswaardigheden van Georgetown bezocht, onder andere de Victoria Memorial Clocktower, een toren die ne millionair geschonken heeft aan koningin victoria voor haar diamanten jubileum.
Dan nog effe wat andere koloniale gebouwen bekeken, maar t was eigenlijk gene vette. Het park (lees kaal grasplein) aan t water was wel leuk om gewoon effe te bekomen van de fenomenale afstand van een paar honderd meter die ons weer nat in het zweet hadden gejaagd. De minste inspanning is hier toch wel serieus afzien.
Verkoeling gezocht in airco-plekskes, zoals daar zijn: 7-eleven (minimarket keten van de VS, op elke straathoek hier aanwezig) en de shopping malls natuurlijk. Wat rond zitten slenteren en shoekes zijn (reis)klerenkast geupgraded met een poloke.
Boven in dit complex passeren we een cinema en hey, why not? Zonder veel te twijfelen een ticket gekocht voor een apocalypsfilm (28 weeks later (klinkt cooler dan 'een half jaar later' denken ze in Hollywood)). Pure pulp, maar daar zijn we af en toe wel voor te vinden.

Gisteren dan de verplaatsing gemaakt van Georgetown naar Kuala Lumpur, de hoofdstad van Maleisie. De bus was dik in orde. In plaats van de gebruikelijke 4 zetels, waren er slechts 3 erg brede naast mekaar gemonteerd, en die stonden op goeie afstand achter mekaar geplaatst. Chill-plezier verzekerd dus. Het landschap was ondertussen erg indrukwekkend te noemen: weelderig tropisch woud met aan de horizon benevelde heuvels en bergen. In tegenstelling tot wat we in Thailand hadden gezien, was het tropisch regenwoud hier veel denser, en met meer variatie in planten, hoogte enz... De jungle zoals het op National Geographic wordt getoond maw.

Het woud ruimde uiteindelijk plaats voor ettelijke appartementsblokken, kantoorgebouwen en snelwegen. Kuala L was in zicht. Maar zelfs in t stad veel tropisch gebladerte te bespeuren. Sjiek wel om van die junglebomen met lianen langs 't straat in een metropool te zien.
De suggestie van onze Lonely Planet opgevolgd en in Pudu Hostel ingetrokken. Erg basic, maar lekker centraal. Op zoek naar eten meteen in de Golden Triangle oftewel het sjieke shopping/kantorendistrict beland. De torens van de petronas twin towers (eens hoogste van de wereld, nu top drie) fonkelen felverlicht en veelbelovend hoog boven de andere uit. We kunnen niet wachten en stappen er meteen op af. Wauw, echt indrukwekkend als ge ervoor staat, en pijnlijk voor de nek. Wa zitten staren en zitten prutsen met t statiefke van t fototoestel, en weer huiswaarts gekeerd, waar we nog wat lezen en t beddeke induiken.
Vandaag staan het oude stadsgedeelte, Chinatown en Little India op het programma, en morgen volgt het nieuwe stadsgedeelte...

Van uw correspondenten ter plaatse, dit waren Dieter schoukens en Simon Gheysen. We hopen dat u van deze uitzending genoten heeft en zien u graag weldra terug!!

zondag 13 mei 2007

Ko Pha Ngan - Ko Phi Phi - Ko Lanta - Georgetown (Malaysia)


















De laatste week in Thailand hebben we vooral eilanden gedaan; een ware island-hop-till-you-drop was het...

Op het prachtige Ko Pha Ngan aan de Oostkust de eerste dag scooters gehuurd en op de plezante palmboomwegskes het eiland rondgeracet. Van postkaartbaai tot postkaartbaai, afgewisseld met een enkele boeddhistische tempel of een waterval in het centrale regenwoud. Die laatste 'attractie' viel wat tegen, maar het uitzicht op het eiland was wel de moeite; dan verschiet ge weer hoeveel palmboomkes er op zo'n petieterig eilandje wel ni staan. Op de terugtocht de eerste Vlamingen ontmoet in weken tijd: sympathieke vader en zoon van Anderlecht die al stevig wat hadden rondgereisd. Rest van de dag nog Mexicaans gaan eten, zelfgemaakt ijs gaan proeven, kortom goed genoten... T begon echter extreem hard te onweren en te regenen, en we zaten nog aan de verkeerde kant van t eiland. Hebben dikke 2 uur zitten schuilen maar uiteindelijk toch besloten om te vertekken. het was ondertussen al wat rustiger aan t regenen. Onderweg werd de schade van de storm wel duidelijk: zigzaggend reden we tussen de palmbladeren, kokosnoten en enorme plassen die verspreid voorkwamen. Vooral het laatste stukske weg was erg pittig. Het is echt niet gemakkelijk om onverlichte steile modderwegskes met een scooter te af te rijden, zeker niet als ge de weg nog half moet gaan zoeken. Eenmaal aangekomen aan ons hutteke stevig doucheke genomen en zitten genieten van ons eten en wat filmkes.

Ondanks dit avontuur besloten om de volgende dag weer te gaan scooteren, omdat het gewoon zo plezant en zo gemakkelijk is. In het binnenland (voor zover deze term op een mini-eiland kan gebruikt worden) een tussen de palbomen verstopte boeddhistische tempel gevonden. Zodra we stopten kwam er een monnik naar buiten. Hij gebaarde ons te volgen, wat we dan maar deden.
In de tempel, gezeten voor een groot Boeddha beeld, heeft hij ons gezegend en een voorspoedige reis gewenst terwijl hij ons met een of ander waterig goedje besprenkelde. Erna nam hij ons mee naar zijn bescheiden leefruimte naast de tempel, waar we koffie, thee en ne banaan kregen. Nog wat zitten babbelen en fotos bekeken van zijn reizen naar Europa. Lachen wel toen we ne foto zagen van hem in zijn oranje monniken-tenueke terwijl hij glunderend neerzit in een Lamborghini. Die Lamborghini bleek van de zanger van Jamiroquai te zijn, die op meerdere foto's naast hem stond. Als bij wijze van afscheid zijn we nog eens door hem gezegend en heeft hij gebeden voor een voorspoedige reis, en kregen we een amulet met zijn afbeelding mee. De dag nog gevuld met het (nogmaals) afcrossen van t eiland, een sporadische duik in het warme water en af en toe ergens op t gemakske iets gaan drinken.

Ons Ko Pha Ngan avontuur zat erop en de volgende dag hebben gereisd van dit eiland naar het vasteland waar we vervolgens per bus het eiland doorstaken tot aan de westelijke kust, aan de Andaman zee. Saai overgangsdagske dus. Aangekomen in de havenstad Krabi wel plezant en goedkoop guesthouseke gevonden en daar meteen alles laten vastleggen voor de volgende dagen.

Daags erna naar het beroemde Ko Phi Phi (eigenlijk een eilandgroepke) gegaan, ook wel bekend als de plaatse waar de film 'the beach' is gefilmd, en volgens sommigen het sjiekste eiland van Thailand.
Omdat accommodatie op t eiland nogal duur is, besloten we om voor een dagtripke te kiezen. In deze formule zaten vervoer per speedboat, verschillende plekken waar we gingen snorkelen, en een maaltijd op Ko Phi Phi Don (het enige eiland van de eilandengroep dat bewoond is)
Het vervoer per speedboat was de max, alhoewel we bij momenten nogal hevig dooreengeschud werden. Onderweg het ene idyllische plekske na t ander aangedaan. Jammer genoeg is de schoonheid van het eiland geen geheim, en overal waar we kwamen waren er nog een tiental andere toeristenboten. Desalniettemin was het echt de moeite, vooral het snorkelen tussen de Nemovissen en andere fluo vissen die rustig rondom u zwemmen terwijl ge er wat ligt te dobberen, is een aparte ervaring. Het schoonste plekske onderweg was zonder twijfel Maya Beach: een ultrawit zandstrand, erachter palboomkes en andere schone tropische planten, en dit in een natuurlijke arena van steile kalksteenrotsen, ook alweer begroeid met tropisch gebladerte. Geen wonder dat het uitgerekend in deze baai is dat men 'The Beach' heeft opgenomen...
's middags lekker Thais buffet op Ko Phi Phi Don, en hups, weer op weg naar een nieuw snorkelplekske. Laatste snorkelplaats hebben we geskipt omdat aan de horizon de hemel heel donker werd. Ge raadt al wat dat te betekenen heeft: begon het fameus te drashen met bijhorende wind, dus ook golven, en onweer. Al de gelukkigen die op de boot zaten, waaronder wij dus ook, werden kletsnat en we werden bovendien goed dooreengeklutst dankzij de golven. Na een boottocht die dankzij dit weer wel lang genoeg geduurd had nu, werden we teruggereden naar ons guesthouse in krabi. Die mannen van dat guesthouse ons nog ns goed uitgelachen, maar dat kon ons niet baten, want de douche achteraf deed wonderen.

De volgende dag moesten we vroeg uit de veren, want we zouden meer zuidwaarts vertrekken naar het eiland Ko Lanta. In het minibuske wat gepraat met een paar coolerds uit Schotland, die drie jaar in Nieuw-Zeeland zijn blijven plakken om er te raften, te boarden, enz... en wat tips over Nieuw-Zeeland gekregen. Volgens hen is het er echt de max, mooi vooruitzicht dus!
Na een ritje van een goeie twee uur en twee korte boottochtjes kwamen we aan in het bungalow resort. omdat het laagseizoen is, kregen we aan een goede prijs een bungalowke dichtbij de kust, en het zwembad bij het resort was mooi meegenomen. die dag besloten we een dorpje te bezoeken, waarvan we dachten dat het in de buurt zou liggen. Na een tweetal uur wandelen kwamen we dan eindelijk terecht in een dorpje met wat winkeltjes en restaurantjes. Aan ons resort hadden ze ons nochtans wijsgemaakt dat er slechts 2 kilometer ver een dorpje lag, maar buiten wat huizen aan de kant van de straat, was er niks te bespeuren.
Eergisteren was echt een chilldag, bestaande uit eten, opwarmen in de zon, afkoelen in het water van het zwembad, opwarmen in de zon, afkoelen in de zee, eten, opwarmen in de zon, afkoelen in het zwembad, enzovoort. Kan een mens ook ns van genieten! Savonds vroeg in ons bed gekropen, want we moesten er de dag nadien (gisteren dus) vroeg uit. We zouden reizen van Koh Lanta naar het Maleisisch eiland Penang. Heel de rit gebeurde in mini-busjes: niet al te confortabel, omdat er te weinig plek is voor uw benen, zodat ge met uw knieen aan uw oren zit, en ondanks airco was het er nog steeds veel te warm. De mini-bus-chauffeurs rijden soepel door wel, en de wegen zijn modern en uitgebouwd genoeg om dit te doen (zeker als ge het vergelijkt met de situatie in india, waar ge er een dag over doet om 250 km af te leggen). De grensovergang met Maleisie verliep eveneens vlot: geen noemenswaardige problemen gehad. Maleisie zelf ziet er naar aziatische normen heel ontwikkeld uit: goede weginfrastructuur, vrij deftige wagens en stevige huizen. Na een rit van een aantal uurtjes kwamen we aan in georgetown, de stad op het eiland penang. Deze keer geen boot gehad om er te geraken, maar gereden op een van de langste bruggen van azie. We hadden ons Georgetown niet zo extreem groot voorgesteld: overal hoge gebouwen te zien, veel verkeer, grote wegen enzovoort. Pas savonds laat werden we in het centrum afgezet, waar we snel een eenvoudig maar proper en goedkoop guesthouse vonden. Nog snel een pizza binnengespeeld en gaan slapen.
Hopelijk ginder ook nog steeds alles in orde! Het amusement ginder! Iep!