Zoals reeds gezegd aangekomen in Kuala Lumpur. De eerste dag stonden Chinatown, little India en het koloniale stadgedeelte op t programma. We hadden wel al een aantal chinatowns gezien de voorbije weken, maar deze versie was toch wel plezanter omwille van de gezellige drukte en de overdekte winkelstraten. Little India was inderdaad nogal 'little' maar daarom niet minder aangenaam. Het opvallendste waren echter de koloniale gebouwen in Britse stijl die temidden van de moderne hoogbouw staan. Plezante mix. Hetzelfde geldt trouwens voor de culturen in Maleisie: Indiers, Chinezen, Malay, Europeanen... en de godsdiensten: Hindoeisme, Chinees Boeddhisme, Islam, Christendom...
Geen wonder dat ze hier toeristen proberen aan te trekken met de leuze: 'Malaysia: colourful cultures'.
Dag erop was een dag vol hoogtepunten, meer bepaald de brug tussen de twee Petronas towers, en de TV toren van Kuala Lumpur, de vierde hoogste van de wereld. Voor de eerste moesten we er vroeg bijstaan omwille van t beperkte aantal ticketten. Was wel tof maar niet super indrukwekkend. De brug bevindt zich ook 'maar' op 146 meter hoogte, wat in het niets valt ten opzichte van de torens zelf. Toppunt (letterlijk) van de dag was t bezoek aan t obsevatiedek van de TV-toren. Op 276 meter boven t stad hadden we een heerlijk uitzicht. Vooral 's avonds leverde dat schone beelden op.
Den derde dag was voornamelijk gevuld met wat praktische zaken (post, internet) en daarna zijn we naar het grote park van KL gestapt, de Lake Gardens. Aan de rand was een grote moskee en t was vrijdag en net na het middaggebed dus een toffe drukte. Overal eetkraampkes en kleine winkelkraampkes en Shoekes heeft een bizar vanille drankske geconsumeerd. Lekker wel.
T park zelf was wel indrukwekkend, aangezien wij toch niet echt gewoon zijn om in een stadspark tussen palmbomen, lianen, bananenbomen en dergelijke te lopen. Langs de 'orchid' en Hibiscus gardens gestapt, maar dat was ons een iets te gekuist gedoe: keurige wandelpaadjes met wa planten waar dan een naamkaartje voorstaat. Geef ons dan maar weelderige brousse. Deel twee was gereserveerd voor Mid Valley Megamall. Zoals de naam al doet vermoeden een mega shopping center, het grootste van Zuid-Oost Azie zelfs. De tijd wat gedood door hier rond te slenteren en het consumptiegedrag van de Maleisische jeugd te analyseren. Met de irritant slecht functionerende metro teruggekeerd en nog een filmke bekeken in ons hostel.
De vierde dag in KL was niet echt gepland, maar we hadden geen keuze, aangezien de bus die we wilden nemen naar Mersing (zie later) enkel om 11 u s avonds reed. Wij dus nog maar weer wat rondgedwaald, voornamelijk in shopping centers die we nog niet hadden gedaan, en in de namiddag naar de film gegaan. T was zaterdag en we waren bijgevolg verre van de enigste: hordes Maleisiers lieten de Maleisische Ringgits goed rollen in de department stores en foodcourts.
Na t filmke was al aan t schemeren en tesamen met honderden locals ons effe geplaceerd aan de fonteinen tegenover de Petronas Towers. Er kwam ne jonge Maleisische kerel naar ons toe waar we een paar uur mee gebabbeld hebben (hij heeft voornamelijk gebabbeld, die kerel kon maar ni stoppen...) en op die manier heel veel te weten gekomen over de Maleisische jeugd. Bijvoorbeeld hoe ze opkijken naar de Westerse en voornamelijk Amerikaanse levenstijl en hun eigen roots beginnen te verloochenen (iets wat we trouwens ook in India en Thailand opmerkten). Met hem nog lekker sapke gaan drinken (soursop, vreemde vrucht) en dan ons buske genomen richting Mersing, aan de oostkust van Maleisie. Oospronkelijk zouden we naar de historische stad Melaka gaan, maar dat zou toch maar tot een overdosis van chinatowns en little indias geleid hebben, dus hebben we deze maar geskipped.
Elf uur savonds was een vrij ongelukkig uur om de bus te pakken, aangezien we midden in de nacht rond 4 uur toekwamen in Mersing. We beseften dat in dit klein stadje (of groot dorpke) weinig te doen was en dat het eigenlijk niet meer was dan een transit- en havenplaats voor ferrys naar een aantal Maleisische eilanden. We besloten deze functie van het stadje te benutten en boekten een boot die ons bij het krieken van de dag naar Pulau Tioman zou brengen. Toen we na een goed uur varen op het eiland aankwamen, wisten we onmiddellijk dat we een goede gok gemaakt hadden! Fantastisch eiland! Helemaal niet vergelijkbaar met de (ook reeds fantastische) Thaische eilanden: het liep er deze keer niet vol met puber-britten die op zoek waren naar een dosis alcohol, maar het was integendeel een enorm rustige bedoeling: er is aan de westkust (de kant waar we logeerden) maar een klein weggetje waar met moeite een auto kan rijden en slechts een handvol dorpjes. Eigenlijk zijn het niet eens dorpjes, maar gewoon een paar families bijeengeclusterd die wat chalets verhuren aan de weinige toeristen die dit verborgen paradijs toch gevonden hebben. Tot onze verbazing was alles er veel goedkoper dan op het vasteland: zeer goedkope chalets aan het strand, lekkere en goedkope vruchtensapkes en/of cocktails en heerlijk goedkoop eten (waaronder een vers gevangen 'merlin', een soort zwaardvis van een tweetal meter lang!).
Die dag nog wat rondgelopen langs het strand, op zoek naar een gazet, maar niet gevonden, enkel gazetten in het maleisisch (in 1 winkeltje op gans het eiland). Heerlijke beesten liepen er ook rond ginder: we zagen verschillende keren een soort varaan, de grootste was om en bij een meter lang! Ook mega vliegende-honden die als bosjes in de bomen (let op de woordspeling) hingen (op hun kop). Een mindere was wel dat als ge ging zwemmen in de zee, ge kleine prikjes voelde: later hoorden we dat het om ongevaarlijke 'sea-bugs' ging. Dat zwemmen die eerste keer was ten andere wel lachen ook: waren we alletwee in da water aant ploeteren, en onze spullen (leesboek van siem, slashen van siem, zonnecreme en sleutel van chalet) hadden we op het strand zelf gelegd. Moet er perse een boot passeren dat een tsunami creert, die vergelijkbaar was met die van een paar jaar geleden (mss lichtjes overdreven, ma soit). Alles meegespoelt en een uur mogen zoeken naar onze spullen, vooral die sleutel was ni simpel om terug te vinden. Simon, de held van de minuut, heeft de sleutel gevonden (ikke wel zijn slash!).
Dag twee op dit eiland was een chill-dag. Valt bitter weinig over te vertellen, ma twas wel feest: uitslapen, boefen, zwemmen, lezen, zwemmen, boefen, drinken, lezen, etc.
Over dag drie kunnen we wel wat meer vertellen. We besloten een tochtje te maken naar het 8 kilometer verder gelegen dorpje Juara, het enige dorpje (zoals reeds gezegd, kunt ge echt geen dorp noemen, hoogstens een gehucht) aan de oostkust. Juara is enkel te bereiken via een paadje, dwars door de jungle (alternatief is via het water met een boot). Het was de eerste keer dat we echt in de jungle rondliepen en het was een boeiende ervaring: aapkes die rondom u bengelen, varanen die u serieus doen verschieten door al zwaar ritselend weg te ritselen en lianen en andere planten die doen denken aan de serie 'Lost' (voor de ouderen die niet meer meezijn met wat tegenwoordig op tv te zien is: denk aan Tarzan). In Juara aangekomen hebben we genoten van een vruchtensapke en een hapje en van het verlaten postkaart-strand. Erna opnieuw de 8 kilometer teruggestapt, opgejaagd door een naderend tropisch onweer.
Jammer maar helaas moesten we vandaag vroeg uit de veren om de boot naar het vasteland te nemen en vandaaruit de bus naar singapore, een ritje van slechts 150 km. Na wat grensformaliteiten de stad ingereden. Eigenlijk is Singapore een eiland (voor de verandering) en het is best wel vrij groot: de 4 miljoen inwoners hebben geen gebrek aan tropisch groen in de stad. Singapore is ook verre van een ontwikkelingsland: grote wegen en gebouwen, proper (er staan enorm hoge boetes op het gooien van afval op de straat) en een gegoede bevolking (onder andere te zien aan de mercedessen en bmw's die ge toch vrij regelmatig ziet rondtuffen). Nadeel hiervan is natuurlijk dat de prijzen hier heel wat hoger zijn dan we de voorbije weken gewend waren (daarom slapen we deze keer ook in een dormitory in plaats van double room), maar ja, das dan maar een goede aanpassing voor australie. Deze avond wat rondgelopen waarbij we gemerkt hebben dat op 1 vlak Singapore weinig verschilt van Kuala Lumpur: er is een Chinatown aanwezig, inclusief de chineeskes, evenals een Little India met bijhorende bevolking en ook weer hoge gebouwen.
Da was het! Hopelijk rolt ginder eveneens alles op wieltjes, waarschijnlijk laten we pas iets horen in australie! iep!
Geen wonder dat ze hier toeristen proberen aan te trekken met de leuze: 'Malaysia: colourful cultures'.
Dag erop was een dag vol hoogtepunten, meer bepaald de brug tussen de twee Petronas towers, en de TV toren van Kuala Lumpur, de vierde hoogste van de wereld. Voor de eerste moesten we er vroeg bijstaan omwille van t beperkte aantal ticketten. Was wel tof maar niet super indrukwekkend. De brug bevindt zich ook 'maar' op 146 meter hoogte, wat in het niets valt ten opzichte van de torens zelf. Toppunt (letterlijk) van de dag was t bezoek aan t obsevatiedek van de TV-toren. Op 276 meter boven t stad hadden we een heerlijk uitzicht. Vooral 's avonds leverde dat schone beelden op.
Den derde dag was voornamelijk gevuld met wat praktische zaken (post, internet) en daarna zijn we naar het grote park van KL gestapt, de Lake Gardens. Aan de rand was een grote moskee en t was vrijdag en net na het middaggebed dus een toffe drukte. Overal eetkraampkes en kleine winkelkraampkes en Shoekes heeft een bizar vanille drankske geconsumeerd. Lekker wel.
T park zelf was wel indrukwekkend, aangezien wij toch niet echt gewoon zijn om in een stadspark tussen palmbomen, lianen, bananenbomen en dergelijke te lopen. Langs de 'orchid' en Hibiscus gardens gestapt, maar dat was ons een iets te gekuist gedoe: keurige wandelpaadjes met wa planten waar dan een naamkaartje voorstaat. Geef ons dan maar weelderige brousse. Deel twee was gereserveerd voor Mid Valley Megamall. Zoals de naam al doet vermoeden een mega shopping center, het grootste van Zuid-Oost Azie zelfs. De tijd wat gedood door hier rond te slenteren en het consumptiegedrag van de Maleisische jeugd te analyseren. Met de irritant slecht functionerende metro teruggekeerd en nog een filmke bekeken in ons hostel.
De vierde dag in KL was niet echt gepland, maar we hadden geen keuze, aangezien de bus die we wilden nemen naar Mersing (zie later) enkel om 11 u s avonds reed. Wij dus nog maar weer wat rondgedwaald, voornamelijk in shopping centers die we nog niet hadden gedaan, en in de namiddag naar de film gegaan. T was zaterdag en we waren bijgevolg verre van de enigste: hordes Maleisiers lieten de Maleisische Ringgits goed rollen in de department stores en foodcourts.
Na t filmke was al aan t schemeren en tesamen met honderden locals ons effe geplaceerd aan de fonteinen tegenover de Petronas Towers. Er kwam ne jonge Maleisische kerel naar ons toe waar we een paar uur mee gebabbeld hebben (hij heeft voornamelijk gebabbeld, die kerel kon maar ni stoppen...) en op die manier heel veel te weten gekomen over de Maleisische jeugd. Bijvoorbeeld hoe ze opkijken naar de Westerse en voornamelijk Amerikaanse levenstijl en hun eigen roots beginnen te verloochenen (iets wat we trouwens ook in India en Thailand opmerkten). Met hem nog lekker sapke gaan drinken (soursop, vreemde vrucht) en dan ons buske genomen richting Mersing, aan de oostkust van Maleisie. Oospronkelijk zouden we naar de historische stad Melaka gaan, maar dat zou toch maar tot een overdosis van chinatowns en little indias geleid hebben, dus hebben we deze maar geskipped.
Elf uur savonds was een vrij ongelukkig uur om de bus te pakken, aangezien we midden in de nacht rond 4 uur toekwamen in Mersing. We beseften dat in dit klein stadje (of groot dorpke) weinig te doen was en dat het eigenlijk niet meer was dan een transit- en havenplaats voor ferrys naar een aantal Maleisische eilanden. We besloten deze functie van het stadje te benutten en boekten een boot die ons bij het krieken van de dag naar Pulau Tioman zou brengen. Toen we na een goed uur varen op het eiland aankwamen, wisten we onmiddellijk dat we een goede gok gemaakt hadden! Fantastisch eiland! Helemaal niet vergelijkbaar met de (ook reeds fantastische) Thaische eilanden: het liep er deze keer niet vol met puber-britten die op zoek waren naar een dosis alcohol, maar het was integendeel een enorm rustige bedoeling: er is aan de westkust (de kant waar we logeerden) maar een klein weggetje waar met moeite een auto kan rijden en slechts een handvol dorpjes. Eigenlijk zijn het niet eens dorpjes, maar gewoon een paar families bijeengeclusterd die wat chalets verhuren aan de weinige toeristen die dit verborgen paradijs toch gevonden hebben. Tot onze verbazing was alles er veel goedkoper dan op het vasteland: zeer goedkope chalets aan het strand, lekkere en goedkope vruchtensapkes en/of cocktails en heerlijk goedkoop eten (waaronder een vers gevangen 'merlin', een soort zwaardvis van een tweetal meter lang!).
Die dag nog wat rondgelopen langs het strand, op zoek naar een gazet, maar niet gevonden, enkel gazetten in het maleisisch (in 1 winkeltje op gans het eiland). Heerlijke beesten liepen er ook rond ginder: we zagen verschillende keren een soort varaan, de grootste was om en bij een meter lang! Ook mega vliegende-honden die als bosjes in de bomen (let op de woordspeling) hingen (op hun kop). Een mindere was wel dat als ge ging zwemmen in de zee, ge kleine prikjes voelde: later hoorden we dat het om ongevaarlijke 'sea-bugs' ging. Dat zwemmen die eerste keer was ten andere wel lachen ook: waren we alletwee in da water aant ploeteren, en onze spullen (leesboek van siem, slashen van siem, zonnecreme en sleutel van chalet) hadden we op het strand zelf gelegd. Moet er perse een boot passeren dat een tsunami creert, die vergelijkbaar was met die van een paar jaar geleden (mss lichtjes overdreven, ma soit). Alles meegespoelt en een uur mogen zoeken naar onze spullen, vooral die sleutel was ni simpel om terug te vinden. Simon, de held van de minuut, heeft de sleutel gevonden (ikke wel zijn slash!).
Dag twee op dit eiland was een chill-dag. Valt bitter weinig over te vertellen, ma twas wel feest: uitslapen, boefen, zwemmen, lezen, zwemmen, boefen, drinken, lezen, etc.
Over dag drie kunnen we wel wat meer vertellen. We besloten een tochtje te maken naar het 8 kilometer verder gelegen dorpje Juara, het enige dorpje (zoals reeds gezegd, kunt ge echt geen dorp noemen, hoogstens een gehucht) aan de oostkust. Juara is enkel te bereiken via een paadje, dwars door de jungle (alternatief is via het water met een boot). Het was de eerste keer dat we echt in de jungle rondliepen en het was een boeiende ervaring: aapkes die rondom u bengelen, varanen die u serieus doen verschieten door al zwaar ritselend weg te ritselen en lianen en andere planten die doen denken aan de serie 'Lost' (voor de ouderen die niet meer meezijn met wat tegenwoordig op tv te zien is: denk aan Tarzan). In Juara aangekomen hebben we genoten van een vruchtensapke en een hapje en van het verlaten postkaart-strand. Erna opnieuw de 8 kilometer teruggestapt, opgejaagd door een naderend tropisch onweer.
Jammer maar helaas moesten we vandaag vroeg uit de veren om de boot naar het vasteland te nemen en vandaaruit de bus naar singapore, een ritje van slechts 150 km. Na wat grensformaliteiten de stad ingereden. Eigenlijk is Singapore een eiland (voor de verandering) en het is best wel vrij groot: de 4 miljoen inwoners hebben geen gebrek aan tropisch groen in de stad. Singapore is ook verre van een ontwikkelingsland: grote wegen en gebouwen, proper (er staan enorm hoge boetes op het gooien van afval op de straat) en een gegoede bevolking (onder andere te zien aan de mercedessen en bmw's die ge toch vrij regelmatig ziet rondtuffen). Nadeel hiervan is natuurlijk dat de prijzen hier heel wat hoger zijn dan we de voorbije weken gewend waren (daarom slapen we deze keer ook in een dormitory in plaats van double room), maar ja, das dan maar een goede aanpassing voor australie. Deze avond wat rondgelopen waarbij we gemerkt hebben dat op 1 vlak Singapore weinig verschilt van Kuala Lumpur: er is een Chinatown aanwezig, inclusief de chineeskes, evenals een Little India met bijhorende bevolking en ook weer hoge gebouwen.
Da was het! Hopelijk rolt ginder eveneens alles op wieltjes, waarschijnlijk laten we pas iets horen in australie! iep!