vrijdag 21 januari 2011

Ilha do Mocambique - Nampula - Chimoio - Bvumba - Chimanimani - Great Zimbabwe - Bulawayo - Victoria Falls

Pemba, Mocambique
Pemba, Mocambique
Nampula, Mocambique
On the road, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique, Mocambique
Ilha de Mocambique


Bvumba mountains, Zimbabwe

Chimanimani, Zimbabwe
Chimanimani, Zimbabwe


Lake Mutikwire
Great Zimbabwe, Zimbabwe
Great Zimbabwe, Zimbabwe
Great Zimbabwe, Zimbabwe
Great Zimbabwe, Zimbabwe
Great Zimbabwe, Zimbabwe
Great Zimbabwe, Zimbabwe
Great Zimbabwe, Zimbabwe
Great Zimbabwe, Zimbabwe
Great Zimbabwe, zimbabwe
Great Zimbabwe, Zimbabwe
Victoria Falls, Zimbabwe
Victoria Falls, Zimbabwe
Matopos NP, Zimbabwe
Matopos NP, Zimbabwe
Matopos NP, Zimbabwe
Victoria Falls, Zimbabwe
Victoria Falls, Zimbabwe
Victoria Falls, Zimbabwe
Victoria Falls, Zimbabwe


op een ongewoon eiland… 
gedurende ons relaxte weekje aan het strand in pemba vergaten we bijna dat ons einddoel kaapstad was, dringend tijd dus om de baan weer op te gaan, en die leidde ons naar ‘ilha de mocambique’.  dit eiland, gelegen aan de noordoostelijke kust van mozambique en dankzij een (lange) brug goed bereikbaar vanaf het vasteland, was eeuwenlang het centrum voor intercontinentale handel en de bouw van boten.  de vele vervallen, maar erg indrukwekkende koloniale gebouwen (waaronder handelshuizen, kerken en het oudste complete fort van sub-sahara afrika) van ‘stone town’ worden nog steeds bewoond en benut (het hospitaal bijvoorbeeld, het grootste gebouw van het eiland, behoudt tot op vandaag zijn oorspronkelijke functie) en het zijn stille getuigen van de driehonderd jaar lange status van het eiland als hoofdstad van portugees oost-afrika.  dit in combinatie met de meer recent gebouwde huisjes van ‘makuti’, de paradijselijke stranden en het gemoedelijk sfeertje waar vissers hun netten herstellen en boten bouwen, maken van het eiland een uitermate fascinerende plek! hét verschil met grote broer ‘zanzibar’ is dat toeristen op ilha de mocambique letterlijk (!) op één hand te tellen zijn, de vraag is enkel voor hoelang nog, want het eiland heeft ongetwijfeld enorm potentieel.  wijzelf verbleven op een (opnieuw) erg afgelegen camping op het vasteland, waar we het zand en de palmbomen enkel moesten delen met omvangrijke krabben en miljoenpoten. 

de andere kant van de medaille
om een overdaad aan zon, zee en strand te vermijden, besloten we landinwaarts te rijden, waar het landschap algauw bepaald werd door vreemde, schaars begroeide, koepelvormige, granieten bergen (zogenaamde ‘domes’, als onze geografische kennis ons niet in de steek laat).  wij kampeerden aan de voet van een dergelijke dome, volgens kristof gelijkend op een reuzegrote potvis.  onze slaapplek was slechts een tiental kilometer verwijderd van ‘nampula’, de derde grootste stad van het land en de belangrijkste stad van het extreem desolate noorden van mozambique.  hier hoopten we wat praktische zaken te regelen (zoals het inslaan van voedselvoorraden, cash en ‘verzorgingsmiddelen’ voor ons bertha), maar we kwamen van een kale reis terug.  mozambique is immers een van de minst ontwikkelde landen ter wereld: de eerste zichtbare bewijzen hiervan waren de eenvoudige lemen hutjes met strooien daken, evenals de afwezigheid van elektriciteitsvoorzieningen in heel wat dorpen en nederzettingen, en als er toch elektriciteit is, zijn het aantal dagelijkse stroompannes niet te tellen.  voor ons was het vaak erg moeilijk om aan geld en diesel te geraken, maar ook de keuze aan eten en drinken bleef beperkt: het enige gemakkelijk (en goedkoop) te verkrijgen voedingsmiddel waren mango’s, mango’s en nog eens mango’s, wat dan ook in elk dorp, aan de kant van elke baan in overvloed te koop was.  een ander spijtig gevolg van de slechte toestand van het land en zijn inwoners is de onmiskenbare aanwezigheid van kleine criminaliteit: gedurende ons verblijf in pemba werd verschillende keren ingebroken in bungalows en tenten, en het snorkelgerief van de camping, goed weggestopt in een van de waterdichte compartimenten van een kajak, werd gestolen tijdens de twee minuten onoplettendheid van shoekes op een verlaten strand. 

Mozambique

it’s all about the money
mozambique is een erg groot en vooral langgerekt land, in ons geval betekende dat concreet ‘kilometers vreten’.  vanuit nampula trokken we op één dag ruim 600 kilometer verder tot in ‘caia’, aan de oevers van de zambezi, vlakbij de splinternieuwe brug over laatstgenoemde rivier (gelukkig voor ons, nog niet zo lang geleden hadden we het moeten stellen met een boottrip in plaats van een brug).  onze lange tocht leidde ons langs een redelijk saai landschap, doorheen tropisch gebladerte met heel af en toe een klein, armzalig dorp.  we reden over verbazingwekkend goede en nieuwe asfalt, op een stuk baan van een zeventigtal kilometer na, bestaande uit oude, verweerde asfalt vol potholes.  we hebben ons laten wijsmaken dat de (corrupte) regering dit deel bewust in deze slechte toestand houdt om blijvend buitenlandse fondsen te kunnen werven…  slim gezien van hen, maar niet erg fair en last but not least: irritant voor ons.  na een goede nachtrust zetten we fris en wel wederom een paar honderd kilometer extra op de teller, met als hoogtepunt van de rit ‘mount gorongosa’ en het nabijgelegen ‘gorongosa national park’.  eenmaal aangekomen in ‘chimoio’, een stadje gelegen aan de uitlopers van het gebergte op de grens van mozambique en zimbabwe, besloten we onze mozambicaanse meticais om te wisselen naar US dollars.  zimbabwe is immers het volgende land op onze lijst, en wat geld betreft is dat wel een heel vreemde eend in de bijt: president mugabe heeft zijn land in een ongeziene en onvoorstelbare ‘hyperinflatie’ gestort, zo groot dat men zich genoodzaakt zag in 2008 bankbiljetten te drukken van ‘one hundred trillion zimbabwean dollars’ (in cijfers: 100 000 000 000 000 dollar)! uiteindelijk stortte de economie volledig in en men schakelde over van zimbabwaanse naar amerikaanse dollar (en in mindere mate zuid-afrikaanse rand).  we hoorden van andere reizigers dat de bankautomaten aldaar, als ze al werkten, nog geen amerikaans geld konden bezorgen, dus besloten we het zekere voor het onzekere te nemen, een hoop meticais af te halen in mozambique en die in chimoio te wisselen naar US dollar.  gemakkelijker gezegd dan gedaan, zo bleek, want geen enkele bank kon ons verder helpen (“you need to be a client first”) en het enige informele ‘wisselkantoor’ in de stad gaf ons een erg slechte koers.  de straat bleek ons enige en laatste alternatief te zijn, waar de wisselkoers beduidend beter was.  we waren erg op onze hoede: zwaaien met een hoeveelheid geld dat het jaarloon van de gemiddelde mozambicaan ruim overstijgt is geen fantastisch goed idee, zeker niet bij het besef dat wisselen op de zwarte markt nog steeds illegaal is en ook de politie daarvan op de hoogte is.  alles verliep echter zoals gepland: wij kregen, na drie keer natellen, netjes onze dollars in ruil voor onze meticais.  pas toen we wegreden, zagen we dat het lef en vooral de onwaarschijnlijke vingervlugheid van onze geldwisselaar ons de das had omgedaan: op het laatste moment moet de vervloekte man nog vliegensvlug meer dan 200 dollar uit ons bundeltje weggeplukt hebben…  we reden nog even rond, op zoek naar dit onguur figuur, maar de vogel was natuurlijk allang gaan vliegen.  in ons hostel besloten we, schuilend onder een afdak voor een erg pittig tropisch onweer, deze negatieve ervaring zo snel mogelijk te vergeten: “zo’n dingen gebeuren nu eenmaal”, dachten we filosofisch bij het nuttigen van onze laatste mozambicaanse pint. 

zimbabwe: een rare vogel
behoorlijk vlot staken we de grens over tot in ‘mutare’, de derde grootste stad van ons nieuw land zimbabwe, gelegen in de ‘eastern highlands’.  aan huizen, winkels en infrastructuur was duidelijk merkbaar dat het land, zeker in vergelijking met mozambique, relatief goed geboerd moet hebben vóór de economische crash.  maar tijden veranderen, evenals munteenheden, wat voor ons tot soms grappige situaties leidde: om een of andere duistere reden zijn er in het land enkel US dollarbiljetten, en geen dollarmunten in omloop, wat concreet betekent dat de laagste betaalbare waarde USD1 is.  dat geeft op zijn beurt weer een probleem voor het verkrijgen van wisselgeld, en dat lossen ze hier tamelijk creatief op: “do you want candies or plastic bags?”.  andere varianten hierop: wisselgeld in de vorm van een tegoedbon of in zuid-afrikaanse rand en op de markt worden alle groenten en fruit simpelweg verpakt in zakken ter waarde van “dolla”, afbieden wordt op die manier ook onmogelijk. op onze tocht door de frisgroene ‘bvumba mountains’, passeerden we langs diepe valleien en mistige bossen, atypisch voor afrika.  wanneer we onze slaapplek vonden, waanden we ons zelfs eerder op het britse platteland, in de tuin van een typisch britse cottage met een even typisch britse eigenares.  we hadden de plek voor ons alleen, en achteraf bekeken bleek dit een constante te worden in heel het land: door het aanhoudende politieke geweld in zimbabwe, nog geen twee jaar geleden beëindigd, en door de negatieve internationale persaandacht is het aantal toeristen drastisch gedaald en heel wat hotels, resorts en campings moesten noodgedwongen de deuren sluiten.  enkel de beste en meest succesvolle accommodatieopties bleven bestaan, waar we dan ook hartelijk ontvangen en verwelkomd werden.  zimbabwanen zijn in het algemeen trouwens erg vriendelijk, ze groeten spontaan, zijn gemoedelijk en conversaties zijn gemakkelijk te voeren omdat de bevolking, vaak ook onder elkaar, engels spreekt.  we bereikten via een bergachtige en pittoreske weg het aangenaam bergdorp ‘chimanimani’, om een dag later de eastern highlands voorgoed achter ons te laten. 
tijd voor een vleugje cultuur, en dat vonden we in ‘great zimbabwe’, ruines van een middeleeuwse stad, waaronder zich de grootste historische structuur van sub-sahara afrika bevindt.  zowel de naam van het land (blijkbaar betekent ‘dzimbabwe’ ‘grote stenen huizen’) als het nationaal symbool (een vogel, waarvan verschillende beelden gevonden werden op deze plek) hebben hier hun oorsprong.  deze ruines vielen bij ons in de smaak, ook omwille van de buitengewone setting, tussen granietheuvels en langs ‘lake mutirikwe’, een erg mooi stuwmeer. 
ons bertha bracht ons verder westwaarts tot in ‘bulawayo’, tweede stad van het land (na hoofdstad harare), en voor ons (en volgens de huidige planning) de grootste stad waar we nog langskomen, op kaapstad zelf na.  in deze naar afrikaanse normen aangename en goed uitgeruste stad was het tijd voor wat praktische dingen waarin we, in tegenstelling tot nampula, deze keer gelukkig wél in slaagden.  vanuit bulawayo kozen we voor een dagtrip naar ‘matopos national park’, waar we doorheen schijnbaar opeengestapelde granieten rotsblokken (‘balancing rocks’) op zoek gingen naar duizenden jaren oude rotsschilderingen.  wie zoekt, die vindt, en we troffen redelijk goed bewaarde tekeningen aan van mensen, jagend achter allerhande wilde dieren, waaronder neushoorns.  aan de hand van deze rotsschilderingen werden neushoorns opnieuw geïntroduceerd in het park, en onze namiddag bestond uit een speurtocht naar deze beesten, maar we moesten het jammer genoeg stellen met een paar apen en twee zebra’s en de alomtegenwoordige nijlpaarden… 

Zimbabwe
na regen komt…
sinds enkele weken is het regenseizoen ontegensprekelijk begonnen, en dat zullen we geweten hebben: in matopos weigerde ons bertha te starten na enkele pittige ritjes doorheen ‘plassen’ tot een meter diep.  gelukkig kregen we ons strekenwijf nog aan de praat dankzij een stevige duw in de rug (leve dieselwagens!).  achteraf bleek de starter volledig doorgebrand te zijn, dus werden we gedwongen een bezoekje te brengen aan de plaatselijke toyota-garage in bulawayo.  een voorbereid man is er twee waard, en uiteraard behoorde een tweede starter tot ons uitgebreid assortiment aan reserveonderdelen.  na een dag rondhangen in bulawayo, kregen we het blijde nieuws te horen dat de reservestarter geplaatst werd (met als bonus ook nieuwe motorolie, wat dringend nodig was).  wanneer we onze camping bereikten om het succesje te vieren, zagen we die goede ouwe james, onze britse motard en reismakker, wat eten koken naast zijn tent.  het werd een blij weerzien en we besloten samen naar de ‘victoria falls’ te rijden.  450 kilometer verder bereikten we deze wereldberoemde watervallen: over een lengte van 1,7 kilometer stort de enorme watermassa van de zambezi zich ruim honderd meter dieper te pletter in een kloof, wat logischerwijs een spectaculair zicht oplevert.  werkelijk kletsnat door opspattend water en stevige regen keerden we tevreden terug naar onze camping, wanneer in de namiddag de zon doorbrak.  onder sterke impuls van simon, smachtend naar de perfecte foto, gingen we opnieuw naar de toegangspoort van de victoria falls.  na heel wat zielig doen en vriendelijk aandringen liet de sympathieke bewaker ons na wat gelobby met de iets minder sympathieke ticketverkoopster ons toch binnen.  onze moeite werd beloond: de watervallen werden onder een stralende zon vergezeld van een perfecte ‘regen’boog (eerder ‘opspattend waterval’boog)!

vandaag namen we afscheid van james, die vanuit botswana zuidwaarts zal rijden richting zuid-afrika.  wijzelf gaan morgen de grens over naar botswana, waar we een weekje zullen vertoeven om van daaruit het veelbelovende namibie uitgebreid te verkennen… ondertussen hebben we onze vlucht van kaapstad naar brussel geboekt: we stappen op 17 maart op het vliegtuig in kaapstad, met overstap in ‘abu dhabi’, om op 18 maart in zaventem toe te komen!