maandag 8 november 2010

Khartoum - Gondor - Simien NP - Bahir Dar - Lalibela - Addis Ababa


















































Het is 2 weken geleden dat we onze blog hebben aangevuld. Een schande! Als excuses roepen we in: slechte internetverbindingen, weinig tijd en energie na het vele rijden en de aanpassing aan het Afrikaanse luie ritme. Maar goed, hier volgt voor jullie een dikke maar lekkere boterham Ethiopië!

Exodus Soedan
Daags na het posten van de vorige blogpost kwam ons via enkele contacten ter ore dat er mogelijk problemen stonden te wachten aan de Ethiopische grens. Na wat rondgetelefoneer en –gesurf bleek er inderdaad sinds enkele dagen een nieuwe wet van kracht in Ethiopië die een brief van onze ambassade eiste die garandeert dat we onze wagen niet in het land zouden achterlaten. Alle overlanders voor ons hadden noodgedwongen de nacht moeten doorbrengen op de grens. Het niet zover willen laten komend, besloten we pro-actief te handelen en het papiertje a priori in orde te brengen. De rest van de dag vulden we met de Belgische ambassade in Addis Abeba (Ethiopië) op te bellen. Op de 4 telefoonnummers die we hadden werd slechts eenmaal gehoor gegeven, met de melding later nog eens te proberen omdat de consul nog aan het lunchen was. Veel later en uiteindelijk het noodnummer van de ambassade bellend kregen we de consul aan de lijn. De Belgische ambassade wou het gevraagde document niet opstellen, maar kon er een mouw aanpassen door wat met Engelse zinsconstructies te jongleren die de gemiddelde Ethiopische douanebeambte z’n petje te boven zouden gaan, waardoor ze ons alsnog zouden binnenlaten. Toen de consul echter te horen kreeg dat we dit hele gedoe op voorhand wouden regelen, werden we matig vriendelijk verzocht nog maar eens terug te bellen op het moment dat we effectief vaststonden aan de grens, en neer ging de hoorn in Addis. Menige vloek ontsnapte onze lippen. Verbouwereerd en ontstemd besloten we onze spullen bij elkaar te pakken en richting Ethiopische grens te racen, een 600km verder. We namen ook afscheid van Olivier en Flore, zij besloten trouwens helemaal off the beaten track te gaan en via Zuid-Soedan naar Uganda te rijden. Het bezoek aan de piramides van Meroe, een omweg van minstens 2 dagen, hebben we ten grote spijt (vooral van Shoekes) moeten laten vallen, al had de onophoudende afmattende Soedanese hitte ons ook niet bepaald warm gemaakt voor een verlengd verblijf in één van de warmste streken van Afrika.

Het eiland Ethiopië
Na een volle dag stevig doorrijden (met ons Bertha gaat het dus goed) bereikten we de grens. Geen noemenswaardige problemen aan de Soedanese kant, afscheid dus van dit vriendelijke land. Ethiopië konden we inderdaad met de auto niet in zonder het bewuste papieren kleinood. Op dat moment was de ambassade nog niet gesloten maar na een telefoontje konden we onze hoop op een vlotte grensovergang opbergen: “de consul is al naar huis, probeer morgen eens opnieuw”. Dus toch de nacht doorbrengen in het chaotisch drukke grensdorpje. ’s Anderendaags vroeg eindelijk de consul te pakken gekregen die onze gegevens noteerde en ons de brief doormailde, een karwei van tien minuten. De slechte medewerking van de Belgische ambassade staat in schril contrast met de getuigenissen die we van andere reizigers noteerden. Met enig geluk internet gevonden in het bewuste dorpje en tijd voor een nieuw hoofdstuk in ons avontuur: Ethiopië! Voor het grote publiek vooral gekend omwille van enkele hongersnoden uit het verleden, al zal elke reiziger hier iets totaal anders ervaren. Het contrast met Soedan bleek op elk zintuiglijk vlak absoluut: de vlakke saaie woestijn maakte plaats voor fris en groen heuvel- en bergland, de temperatuur daalde ook drastisch wegens de hoogteligging, een ware verademing! Het lege Soedan veranderde dan weer in een mensen- en beestenmassa in Ethiopië. Om de quasi 80 miljoen inwoners te kunnen voorzien van voedsel is zowat elk bewerkbaar stuk grond in gebruik. In de rest van het landschap een overbevolking van vee. Veel wegen zijn er niet in het land, en diegene die er zijn worden gebruikt door de weinige auto’s (in feite enkel camions, minibussen en toeristen-4x4’s: een auto is oneindig veel te duur voor de gemiddelde arme Ethiopiër) de schijnbaar altijd wandelende Ethiopiërs en de enorme beestenboel: ezels, geiten, schapen, paarden, koeien en waar moslims wonen ook dromedarissen. Het lijkt hier wel elke dag jaarmarkt, al hebben we waarschijnlijk een paar keer pech gehad in een kilometerslange kluwen te moeten rijden van/naar een wekelijkse lokale markt. Naar horen zeggen en lezen waren de meeste wegen hier tot voor kort in een erbarmelijke staat of zelfs nauwelijks berijdbaar. Hier is echter net zoals in Soedan door Chinese en Koreaanse arbeid heel recent verandering in gebracht. Het resultaat is vaak ultieme asfalt, dus klagen zullen we niet! Het nadeel van de noeste arbeid van onze spleetogige vrienden was volgens een douanebeambte wel dat ze lokaal zowat alle honden hadden opgevreten… Dat was dan buiten die ene gerekend die Johnny Shoekes onder zijn wielen kreeg voorgeschoteld. Ook in een Afrikaanse context is Ethiopië duidelijk een buitenbeentje: (naar eigen (fysisch-deterministische) theorie) mede door de hoogteligging, is het het enige Afrikaanse land dat nooit werd gekoloniseerd en werd de rijke lokale cultuur intact gehouden. Ethiopië heeft op cultureel vlak dan ook veruit het meeste te bieden van gans Sub-Sahara Afrika. Die eigen cultuur (voor zover er sprake kan zijn van één algemene aangezien de plaatselijke rijkdom aan diverse volkeren) uit zich onder andere in een eigen kalender (het is hier 2003, met 13 maanden in een jaar), en uurrekening (’s middags is het hier 6 uur), een opmerkelijke muziek- en dansstijl, een uniek schrift (het Amharigna), een afwijkende en intense geloofsbelijdenis,… In sommige streken werd het Christendom hier bijvoorbeeld ingevoerd lang voordat er daar bij ons sprake van was. Voorts zijn de vrouwen hier de schoonste van het continent, dixit de Afrikaanse vrouwenkenner van yours truly trio. Als dit nog niet genoeg is biedt Ethiopië dit alles aan in een ontegensprekelijk prachtig kader met een schijnbaar onuitputtelijk aanbod aan boeiende landschappen en adembenemende panorama’s. Kortom, een traveller’s paradise!

Kastelen en apen
We verbleven aanvankelijk 2 dagen in Gondor, eens kortstondig de hoofdstad, getuige daarvan enkele koninklijke kastelen opgetrokken uit een warmkleurig gesteente. We maakten er kennis met 2 Afrikaners die met de moto het omgekeerde traject afleggen zijn en al 7 weken in Ethiopië vertoefden, en werden herenigd met enkele Britten en Kiwis die we al kenden van Egypte en de ferry. Met hen werd het ’s avonds een onvervalste boys night out ons tegoed doend aan datgene waar we op dat moment al 2 maanden door plaatselijke sharia’s van werden onthouden: frisse pinten! Ook trakteerde Shoekes zijn twee reisgezellen hier op dagenlange entertainment door zich van zijn te ruig geworden baard te ontdoen. Het resultaat was echter zo confronterend (het was naar zijn eigen zeggen jaren geleden dat hij zich zo kort geschoren had) dat hij niet veel later ook zijn kapsel tot enkele centimeters liet decimeren.
Vervolgens stond een daguitstap in het Simien National Park op het programma. Met een verplichte gewapende maar goedlachse bewaker mee in de auto sleepte ons Bertha ons die dag de bergen in tot op 3800m hoogte. Koud, dus de truien en sjaals konden eindelijk worden bovengehaald. Onderweg gaven we onze ogen de kost aan dramatische berg- en valleivergezichten, inclusief een honderden meter hoge waterval en de lokale fauna en flora, waarbij vooral de talrijke families endemische Gelada bavianen ons zullen nablijven.
Het vervolg van ons traject bracht ons via Gonder (we waren er een nacht accommodatie vergeten te betalen) naar Bahir Dar, een subtropisch stadje gelegen aan die andere bron van de Nijl: het Tana Meer, waar we twee volle dagen doorbrachten. Onderweg liep de motor echter enkele keren warm. De oorzaak werd deze keer wel snel vastgesteld: een waterlek door het schuren van een buisje. Wachten totdat het water was afgekoeld voordat we de dop konden opendraaien en bijvullen was de tijdelijke remedie. Dat we daarbij een keer vlak voor een school die net eindigde moesten wachten, was een hele belevenis, zowel voor ons als de kinderen. Over die kinderen dient sowieso nog het één en ander vermeld te worden.


You Mister! YOU YOU YOU! Give me pen! Give me money!
We zouden durven stellen dat Ethiopië nog geen platgelopen toeristische bestemming is, maar dat we geen pionierreizigers zijn, wordt ons elke dag weer en soms op een pijnlijke manier, duidelijk gemaakt. De helft van de Ethiopische bevolking is jonger dan 15 jaar oud, 40 miljoen kinderen dus en dat hebben we geweten. Kinderen zijn dan ook alomtegenwoordig in het land. Maakt niet waar we stoppen, binnen enkele minuten staan er enkele tot een zwerm rond onze automobiel. Steevast klinkt dan de vraag naar balpennen, kleren, geld, plastieken flessen,… Ook de kinderen die we passeren maken vaak met gebaren duidelijk iets verlangen te krijgen. Sommige kinderen zijn hier erg assertief in en we hebben al meerdere overlandersverhalen gehoord over het gooien van stenen naar auto’s en moto’s als er niets werd uitgedeeld, maar voorlopig zijn wij hier gespaard van gebleven. Soms is de verleiding inderdaad groot om één van onze vele balpennen, voetballen of zeepkes te geven, maar we hebben onze gezond verstand aangesproken en onze principes van verantwoord reizen eens op een rijtje gezet. Het besluit lijkt misschien hard maar is duidelijk: we delen niets uit! Op zich help je namelijk geen kind als je het uit het niets een cadeau geeft. Het verkoopt namelijk de balpen en gaat de volgende keer sowieso opnieuw een balpen/geld vragen/eisen. Het enige wat je als uitdelende toerist eigenlijk verwezenlijkt is jezelf een goed gevoel schenken en het kind een geef/krijg-verhouding aanleren tussen hen en de blanke Sinterklazen. Door iets voor niets te geven maak je het er ook niet leuker op voor de reizigers die na je komen, zoals wij nu ondervinden. Soms komen we namelijk in een streek waar de kinderen gewoon naar ons wuiven en als we stoppen, komen aanlopen en zich vergapen aan ons en Bertha als eskimo’s aan kamelen, zonder iets te verlangen. Hier heb je één niet nadenkende toerist met een zak vol balpennen nodig om ook dat voorgoed te veranderen. Het enige wat we al rijdende uitdelen zijn brede glimlachen gepaard met een enthousiast gezwaai (mede uit schrik dat ze met stenen gaan smijten), en daar zijn we zelfs heel vrijgevig mee! Als we dan achterom kijken, zien we de kinderen vaak nog staan naglunderen omdat ze begroet zijn door een blanke meneer! Het blijven immers kinderen.

En voorts nog religie!
De dag in Bahir Dar werd gevuld met wat bijklussen aan ons Bertha zoals het lassen van de waterlek en een bezoek aan de watervallen van de Blauwe Nijl. Simon was hier reeds vorig jaar geweest maar stelde tot zijn verbazing vast dat de watervallen deze keer veel imposanter waren. Bleek dat de hydro-electriciteitcentrale, die veel van debiet van de Nijl opslorpte, was stilgelegd in functie van het toerisme. ’s Avonds werden we verrast door de geheel onverwachte ontmoeting met Jean Poesen, één van onze proffen geografie en thesispromotor van Kristof. De verbazing van de ontmoeting was duidelijk wederzijds! De dag erop huurden Shoekes en Kristof een bootje en gingen enkele mysterieuze kloosters op de eilanden in het meer bezoeken. De kerken in de kloosters zijn gekenmerkt door erg kleurrijke en expressieve, bijna kinderachtige tekeningen van Bijbeltaferelen. De monniken gniffelden soms zelf bij het aanwijzen en benoemen van idem dito plaatjes in een 500 jaar oude Bijbel.
Volgende stop en volgens vele het 8ste wereldwonder: de uitgegraven kerken van Lalibela! Vooraleer we daar geraakten moesten we opnieuw de steile bergen op en dienden we een slechte gravelweg te nemen. Halverwege pauzeerden we voor lunch in een dorpje. Zoals gewoonlijk werden we er overstelpt met aandacht door de kinderen en locals, al bleven er enkelen pertinent bedelen tijdens het lunchen. We besloten toch de auto te laten wassen door enkele kinderen. Na de prijs afgesproken te hebben ontstond er echter direct een ruzie tussen hen omdat ook anderen mee wouden helpen/verdienen. Uiteindelijk stelde meester Simon 3 kereltjes aan die zich eerlijk toegegeven uitstekend van hun taak kweten, met een extra-tje op de afgesproken prijs als gevolg. Tussen al het tumult werden we tevens nog overvallen met de vraag of een hoog-zwangere vrouw een eind mee mocht rijden. Na even rustig de bede beoordeeld te hebben, besloten we dat het geen probleem was. Ze bleek een lieve dame en was uiterst dankbaar! Kristof’s lunch zelf bleek achteraf een addertje onder de zure pannenkoek te hebben, waardoor hij ’s anderdaags een halve dag misselijk in bed moest blijven. Uiteindelijk betaalde hij en Shoekes de dure inkomprijs en hadden ze nog net genoeg tijd de meest opvallende kerken te bezoeken. Op de vraag hóe ze die kerken 800 jaar in hemelsnaam vanaf een rots metersdiep uit één stuk hebben uitgegraven, hebben ze wel nog steeds geen realistisch antwoord gevonden. Volgens de locals hebben trouwens de engelen er zwaar aan liggen meehelpen…
Van het mystieke bergdorp Lalibela ging de tocht verder richting de hoofdstad Addis Ababa, die werd bereikt na twee volle dagen rijden. Hier hadden we gisteren in het Hilton een afspraak met de vader van Shoekes, die enkele dagen ervoor werd opgeroepen om een reis te begeleiden. Hij had enkele boodschappen bij voor ons van thuis zoals een nieuwe stroomomvormer en een vroege Sinterklaas. Merci Mark! Vandaag brachten we onze autoverzekering in orde voor zowat al de landen die nu nog volgen maar meer tijd gaan we niet in Addis doorbrengen. Morgen rijden we zuidwaarts naar Awassa, alwaar we een onderhoudje voor ons Bertha in gedachte hebben.

4 opmerkingen:

Anoniem zei

Hallo jongens!
Wat een verslag, wat een foto's alweer, wat een land!! Erg leuk en interessant om het allemaal te lezen! Die armoede blijft me toch wel erg treffen!

Ga maar rustig verder! Tot later,

Zoen mama

Gretel zei

Hallo,
Ondanks het uitgebreide verslag en de vele foto's, mis ik toch enkele belangrijke elementen: wie is die vrouwenkenner in jullie trio? En waar is een foto van mijn gekortwiekte broer? En van die gniffelende monniken inclusief reden tot gniffelen? Dus: bedankt voor het laten meegenieten, maar wel volledig blijven he :)
Kusje van het zusje!

beton zei

Waarde trippers van het eerste uur,

een lange sluimertijd is verstreken an Ashfy Smoet is na een lange zomerslaap eindelijk uit zijn afrikaans bed opgestaan om eens uitgebreid te gaan lunchen met de Belgische consul aldaar.

Met hem werd overeengekomen dat 3 leden van zijn harem stiekem zouden kunnen ontsnappen en jullie zouden opwachten aan de grens, maar de hardnekkigheid waarop de drie jongens bleven volharden in hun grensovergangsdaden heeft dit plan enigzins in de war gestuurd...

Nu zit Ashfy al enkele dagen een graad onder zijn normale lichaamstemperatuur, enkel en alleen om aan Berta het goede voorbeeld te geven.

Moesten de drie bevallige dames erin slagen jullie spoor op te pikken zal jullie temperatuur misch een graad of 2 de hoogte in gejaagd worden.

Meer nieuws later, als mijn discipel weer op de juiste temperatuur geraakt zal ik hem een volgende opdracht geven jullie te vervoegen.

Het ga jullie goed

haile sellasie...

binnenkort wordt ook mijn nieuwe discipel in de strijd geworpen:
'eppo jeuky'

'want tis een leuky'

Anoniem zei

HA dirk, frans en jos

Bangelijke verhalen en chique foto's!!Wette wa soms leuk is om te doen: 1ne balpen in de lucht gooien en dan die mannen der laten voor vechten :-) tis maar een ideetje he ;-)

Have fun ginder nog!Afrique is de moeite, ma da wete wel e krikke!

groete

Joeri